e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vierkante vijl vierkantvijl: vērkantj˲vīl (Montfort) Stalen vijl waarvan het blad vierkant van doorsnede is en vanaf het midden naar het uiteinde iets spits toeloopt. De vierkante vijl dient voor het vijlen van vierkante gaten, hoeken, etc. Zie ook afb. 103. [N 33, 91; N 33, 93] II-11
vieruursboterham koffie, de -: de kóffe (Montfort), de kóffíe (Montfort), də kòffie (Montfort), də kòffə (Montfort), koffiedrinken, het -: koffie drinken (Montfort), koffiedrinken (Montfort), namiddag, de -: namiddig (Montfort), vierurenkoffie, de -: veer-oere koffie (Montfort) de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] III-2-3
vigilie vigiliedag: vigiliedaag (Montfort) De avond vóór een kerkelijke feestdag [vigilie, heiligavond]. [N 96C (1989)] III-3-3
vijf centiem knabje: knepke (Montfort), knèpkə (Montfort) een muntstuk van vijf centimes (in België) [solleke, knepke, halve sol] [N 89 (1982)] III-3-1
vijf wonden van christus vijf wonden: vief wonje (Montfort, ... ) De vijf wonden, de kruiswonden van Christus [de vunnef wónde?]. [N 96B (1989)] III-3-3
vijfentwintig centiem kwartje: kwartje (Montfort), kwartjə (Montfort) een muntstuk van 25 centimes (in België) [kwartje] [N 89 (1982)] III-3-1
vijfvingerkruid vijfvingerkruid: WLD  vief vinger kroet (Montfort), vijfvingerkroet (Montfort) Vijfvingerkruid (potentilla reptans 30 tot 60 cm groot. De stengels zijn lang kruipend en onvertakt, meestal wortelend; de bladeren zijn 5- tot 7-tallig en lang gesteeld. De blaadjes zijn eivormig, gekarteld-gezaagd en aan de onderkant meestal zacht beh [N 92 (1982)] III-4-3
vijg vijg: vie:ch (Montfort), vieg (Montfort), WLD  vieg (Montfort) De eetbare, zoete, vlezige vrucht van de vijgeboom (vijg, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)] || vijg III-2-3
vijl vijl: vīl (Montfort, ... ) In het algemeen een staafvormig stalen werktuig met inkepingen voor het bewerken, slijpen of gladmaken van harde materialen, inz. metalen. Naar de grofte van de vijlkap, het aantal groeven over een bepaalde lengte van het blad, worden vijlen onder meer met de volgende benamingen aangeduid: grove vijlen, bastaardvijlen, halfzoetvijlen, zoetvijlen en fijne zoetvijlen. Naar de vorm worden de volgende vijlen onderscheiden: platte vijlen, driekante vijlen, halfronde vijlen, ronde vijlen of rattenstaarten en mesvijlen. Zie ook deze lemmata. Volgens de respondent uit L 329 was het assortiment vijlen van de koperslager te vergelijken met dat van smeden en bankwerkers. Zo noemde hij zoetvijlen, half-bastaardvijlen, bastaardvijlen, raspen en ronde, halfronde, vierkante, driekantige en platte vijlen. Zie ook deze lemmata. [N 33, 84; N 64, 53a; N 66, 21a; monogr.] || In het algemeen een staafvormig stalen werktuig met inkepingen voor het bewerken, slijpen of gladmaken van harde materialen. Zie ook het lemma ɛvijlɛ in wld II.11, pag. 69. Het materiaal hier vormt een aanvulling op dit lemma.' [S 40; A 14, 12a, add.; monogr.] II-11, II-12
vijlhandvat handvat: hantj˲vat (Montfort), vijldrukhand: vīldrøkhantj (Montfort) Van hout of kunststof vervaardigde handgreep die op de arend van de vijl wordt geplaatst. Zie ook het lemma "arend". [N 33, 105] II-11