23276 |
vroegmis |
vroegmis:
vr"meͅs (L382p Montfort),
vreumes (L382p Montfort),
vrø.mis (L382p Montfort)
|
De vroegmis [vreugmès, vreumes, vroemes?]. [N 96B (1989)] || vroegmis [RND]
III-3-3
|
19342 |
vrolijk |
gezellig:
gəzellig (L382p Montfort),
goede zin:
gooi zin (L382p Montfort),
leutig:
leutig (L382p Montfort),
spassig (du.):
spassig (L382p Montfort)
|
een opgeruimde, lichte, blijde stemming hebbend [vrolijk, herpsat, leutig] [N 85 (1981)] || vrolijk zijn aan maaltijden e.d. [doven] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21276 |
vrouw |
vrouw:
vro.uw (L382p Montfort),
vro.w (L382p Montfort),
wits te wae die vrouw waas (L382p Montfort)
|
vrouw [RND], [RND] || wie [weet je, ~ die vrouw was?] [SGV (1914)]
III-3-1
|
20155 |
vrouw, vrouwspersoon |
vrouwmens:
vroumus (L382p Montfort)
|
vrouw; (bestaat er een afzonderlijk woord voor vrouw in de beteekenis van echtgenoote?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
34450 |
vrouwelijk jong van de geit |
germ:
germ (L382p Montfort)
|
[N 19, 71c; N 19, 71a; N 77, 77; N 77, 75; Vld.; A 9, 21; N C, Q 111 add.]
I-12
|
34059 |
vrouwelijk kalf |
vaarsje:
vē̜skǝ (L382p Montfort),
vaarskalf:
vērs[kalf] (L382p Montfort),
vēs[kalf] (L382p Montfort)
|
[N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.]
I-11
|
34477 |
vrouwelijk kuiken |
pulletje:
pølkǝ (L382p Montfort)
|
[N 19, 41a; monogr.]
I-12
|
24368 |
vrouwelijk ree |
geit:
geit (L382p Montfort),
germ:
girm (L382p Montfort)
|
Ree, wijfjesree [N 94 (1983)]
III-4-2
|
34064 |
vrouwelijk rund dat voor de eerste keer drachtig is |
vaars:
vē̜s (L382p Montfort)
|
[N C, 9e en 10a; JG 1a, 1b; add. uit N 3A, 14a, 20 en 22]
I-11
|
34390 |
vrouwelijk schaap in het algemeen |
germ:
germ (L382p Montfort),
schaap:
šǭp (L382p Montfort)
|
De benamingen voor "vrouwelijk schaap" beantwoorden vooral aan de drie woordtypen ooi/ooitje, germ/germpje en het algemene woord schaap. Ten aanzien van het woordtype germ kan men opmerken dat het woord in nogal wat plaatsen kan duiden op het vrouwelijk schaap dat nog niet gelamd heeft. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; R 3, 35; A 4, 22b; AGV, m3; L 1a-m; L 5, 30a; L 29, 32; L 20, 22b; L B2, 318; monogr.; S 23, Q 113 add.]
I-12
|