26006 |
zijwanden |
schurskarrenplanken:
šø̜rskɛrǝplɛŋk (L382p Montfort)
|
Zijkanten van de platte kruiwagen. De meer algemene benamingen zijn terug te vinden onder het lemma zijwand. Het woordtype ruls staat voor een bijzondere soort zijkant, die niet uit planken bestaat, maar uit latjes en die voornamelijk dient voor het vervoer van takken, bladeren en dergelijke. Zie ook het lemma rulskar. [N 18, 98a + add; N G, 53c; JG 2b; monogr.]
I-13
|
24851 |
zijwortel |
zijwortelen:
ziewortel (L382p Montfort)
|
(dwars)wortels van een boom [N 27 (1965)]
III-4-3
|
25318 |
zil, maat van 2500 m2 of kwart bunder |
grote morgen:
morge grote (L382p Montfort),
kwart bunder:
kwart boendər (L382p Montfort),
zil:
zil (L382p Montfort)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 2500 vierkante meter, dat is 1/4 bunder (=10.000 vierkante meter) [zil] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24758 |
zilverschoon |
ganzerik:
WLD
ganze rik (L382p Montfort)
|
Zilverschoon (potentilla anserina 15 tot 50 cm groot. De stengels zijn kruipend, met lange wortelende uitlopers; de bladeren zijn oneven geveerd, de blaadjes zijn gezaagd en aan de onderkant wit zijdeachtig behaard; de bloemen groeien afzonderlijk, zijn [N 92 (1982)]
III-4-3
|
18816 |
zin (lust) |
aard:
aard (L382p Montfort),
aart (L382p Montfort),
goesting:
goesting (L382p Montfort),
troef:
troef (L382p Montfort),
zin:
zin (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
het verlangen om iets te doen [lust, aard, troef, nijd, zin, goesting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20166 |
zindelijk |
schoon:
is al schaon (L382p Montfort),
zindelijk:
zindəlik (L382p Montfort),
zinnəlik (L382p Montfort)
|
zindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften beheersend, zindelijk gezegd van kinderen [N 86 (1981)]
III-2-2
|
22771 |
zingen |
fluiten:
fluitə (L382p Montfort),
slaan:
slaon (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
ve nachtegaal
slaon (L382p Montfort)
|
het geluid van zangvogels (slaan, slagen, zingen, fluiten) [N 83 (1981)] || zingen
III-4-1
|
20039 |
zinnia (zinnia elegans jacq.) |
zinnia:
-
sieniaas (L382p Montfort),
eigen spelling
sinnia (L382p Montfort)
|
Zinnia (zinnia elegans). Gave, ongesteelde bladeren met kromme nerven. De bloemstelen zijn aan hun top opgezwollen. De bloemkorfjes zijn gevuld of enkel, met zeer brede lintbloemen van allerlei kleur (zinnia, zonneke, boerinnek, trapdeslevens). [DC 60a (1985)], [N 92 (1982)]
III-2-1
|
34083 |
zitbeenderen |
zitbenen:
zetbɛi̯n (L382p Montfort)
|
Onderdeel van het beenderenstelsel aan het achtereinde van de rug. [N 3A, 110c]
I-11
|
17827 |
zitten |
zitten:
zitte (L382p Montfort)
|
zitten [SGV (1914)]
III-1-2
|