e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

Gevonden: 5966
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bullebak bullebak: bullebak (Montfort), bulləbak (Montfort) iemand die probeert door nors, ruw optreden anderen bang te maken [woew, bietebouw, bullebak] [N 85 (1981)] III-3-1
bundel groenten bussel: bussel (Montfort), WLD  bèùssəl (Montfort) Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)] III-2-3
bundel zangen bussel: bø̜sǝl (Montfort) Samengebonden bundeltjes geraapte halmen. [N 15, 37; JG 2c; monogr.] I-4
bundel, bussel pongel: pungel (Montfort) bundel [SGV (1914)] III-4-4
bunder, maat van 10.000 m2 (hectare) bunder: boender (Montfort), boendər (Montfort), hectare: hectare (Montfort), hektaar (Montfort) bunder [SGV (1914)] || de maat die een oppervlakte aangeeft van 10.000 vierkante meter [bunder, hond, hectare] [N 91 (1982)] III-4-4
bunzing fis: (vis) (Montfort), vis (Montfort), vès (Montfort), wezel: wezel (Montfort) bunzing [DC 07 (1939)], [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)] || ulk (bunzing) [SGV (1914)] III-4-2
buren (ww.?) nabuur: de naober (Montfort), naobər (Montfort) buurman zijn van iemand [noberen, geburen] [N 90 (1982)] III-3-1
burenovertrek verhuizen: verhoeze (Montfort) Het gebruik dat bij een verhuizing het gezin op versierde wagens naar de nieuwe woning gebracht werd. [N 88 (1982)] III-3-2
burgemeester burgemeester: burgemeister (Montfort), burgəmeister (Montfort) het wettelijk hoofd/de vertegenwoordiger van een gemeente [burgemeester, burger, burgmeester] [N 90 (1982)] III-3-1
bus bus: bös (Montfort) bus: Wij moeten ons haasten om de - te halen [DC 27 (1955)] III-3-1