e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mopertingen

Overzicht

Gevonden: 1389
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nageboorte van de koe rein: rē.n (Mopertingen) [N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.] I-11
nagewas herfst: hɛrs (Mopertingen) Het tweede gewas dat op een veld wordt geteeld nadat men er eerder al geoogst heeft. Bamis is een verkorting van ''Bavo-mis'', ofwel 1 oktober, feest van Sint Bavo; het heeft dan ook de betekenis van "herfst". Vergelijk het lemma ''zaaien, van nagewas'' (2.3). [JG 1a, 1b; monogr.] I-4
nagras, tweede hooioogst achtermaad: ā.tǝrmōt (Mopertingen) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
natuurlijke waterloop beek: biǝk (Mopertingen), bi̯ęk (Mopertingen) Natuurlijke, smal stromende waterloop. [N 27, 25; N 27, 24; A 2, 48; A 10, 21; A 20, 1d; A 20, 1c; AGV, m1; L 24, 17; L 24, 27; L 33, 10; L 37, 15; R I, 23; S 33; monogr.] I-8
neef neef: neef (Mopertingen) neef [ZND 11 (1925)] III-2-2
nek nak: nak (Mopertingen) Zie afbeelding 2.12. [JG 1a, 1b] I-9
nemen, pakken pakken: pakke (Mopertingen) nemen [ZND 25 (1937)] III-1-2
nestverlater vlug: vleg (Mopertingen) jonge vogel in staat uit te vliegen [ZND 36 (1941)] III-4-1
nicht nicht: nicht (Mopertingen) nicht; de kinderen van een oom of tante [ZND 11 (1925)] III-2-2
niet drachtig muntig: me.ntǝx (Mopertingen) [JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.] I-11