e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Moresnet

Overzicht

Gevonden: 622
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doorn, stekel doorn: doͅ.ən (Moresnet) doorn III-4-3
dopen soppen: tso.pə (Moresnet) indopen van het brood b.v. in de koffie: soppen [N 08 (1961)] III-2-3
dorsbed, laag schoven op de dorsvloer bed: będ (Moresnet) Voordat men begint te dorsen moeten de schoven op de dorsvloer uitgespreid worden. Meestal worden twee lagen schoven, met de koppen (aren) naar elkaar toe gekeerd, in het midden van de dorsvloer, uitgespreid. In dit lemma staan de benamingen van een dergelijke laag schoven bijeen. [N 14, 20; JG 1a, 1b; L 32, 103; monogr.] I-4
drachtige merrie volle meer: vol mē̜r (Moresnet) De merrie "behoudt", als men na een drietal weken zekerheid heeft dat ze drachtig is; bij een miskraam "verwerpt" ze. [JG 1a, 1b; N 8, 50a] I-9
draven draven: drāvǝ (Moresnet) In draf gaan, een actieve twee-tempogang, waarbij een diagonaal benenpaar gelijkmatig wordt opgeheven en weer neergezet, bijv. eerst linkervoorbeen en rechterachterbeen, daarna beide andere benen, met daartussen een zweefmoment. Zie afbeelding 9. [JG 1b; N 8, 81b en 81d] I-9
duim duim: dum (Moresnet) duim [N 10 (1961)] III-1-1
durven dorren: e hat dat neet döäëre doeë (Moresnet) Hij heeft dat niet durven doen [ZND 46 (1946)] III-1-4
eelt, eeltknobbel kwert: kwijet (Moresnet) een blaar in de handen door het vasthouden van een werktuig, bv. een hamer [ZND 32 (1939)] III-1-2
een ei ei: ẽ̜.i̯ (Moresnet) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een lelijk gezicht trekken (een) grimas trekken: ən gri.ma.s tre.kə (Moresnet), (een) vies gezicht maken: ə vī:s jəze.x makə (Moresnet), een snijden: i.e. ene snijden.  e.ŋ šnij.ə (Moresnet) grijnzen, een lelijk gezicht trekken [greeze, nen toot zette, snuit trekke, grimas maken] [N 10 (1961)] III-1-4