e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Moresnet

Overzicht

Gevonden: 622

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afhangend kuifje (bij kortgeknipt haar) pony: po.ni. (Moresnet) haar, kortgeknipt ~ met alleen van voor een afhangend kuifje [ponnie, tuil] [N 10 (1961)] III-1-1
afloeren, bespieden spinzen: spiense (Moresnet), uitspinzen: Vgl. spion.  ze.x jeͅt u.tšp(tm).nsə (Moresnet) iets bespieden [ZND 32 (1939)] || kijken: afloeren [aafvinke] [N 10 (1961)] III-1-1
afrastering van wei balie: baj (Moresnet) Kunstmatige omheining, doorgaans een afrastering van met draad verbonden palen. [N 14, 62; S 11; Gwn 16, 11; A 25, 8; N 11, 8 add.; monogr.] I-8
afscheiding als teken van hengstigheid slijm: šlīm (Moresnet), (mv)  šlīmǝ (Moresnet) [N 8, 45, 46 en 48] I-9
aftuigen afscheren: āfšīrǝ (Moresnet) Het paard van het trektuig ontdoen door de verschillende delen van het paardetuig los te gespen en af te nemen. [JG 1b; N 8, 97b] I-10
afvallen van bladeren vallen: valle (Moresnet) afvallen v. bladeren [ZND 32 (1939)] III-4-3
altaar altaar (<lat.): op en elter (Moresnet) Op het altaar (let op het geslacht!) [ZND 32 (1939)] III-3-3
andijvie andijve: andijf (Moresnet, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 32 (1939)] I-7
angel angel: aŋǝl (Moresnet) Het verdedigingsmiddel van de bij dat zich aan het achterlijf bevindt. Het is een scherp, hol spiesje, van weerhaakjes voorzien en verbonden met een gifblaasje. Hiermee steken moer en werkbij. De dar mist dit wapen. [N 63, 73a; L 32, 26; JG 1a+1b; monogr.] II-6
angel van bij of wesp angel: angel (Moresnet) angel, van bij of wesp [ZND 32 (1939)] III-4-2