e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Moresnet

Overzicht

Gevonden: 622
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koppig steeg: štiǝx (Moresnet), stuur: štēr (Moresnet) [JG 1a; A 48A, 41a; N 8, 64h] I-9
korhoen korenhoen: ko͂ͅə.nhō:n (Moresnet) korhoen (53 vrij zeldzame heidevogel; haan staalblauw, hen bruin en kleiner; houdt in het voorjaar pronkbijeenkomsten op een open plek op de hei [N 09 (1961)] III-4-1
koude drukte maken veel kal maken: vul kaal make over en zaak (Moresnet) veel beslag, ophef maken over een zaak [ZND 32 (1939)] III-1-4
kraanvogel kroenekraan: kruə.nəkrā:n (Moresnet) kraanvogel (114 alleen op trek; nu vrij zeldzaam; in grote V-vormige troepen overvliegend; alleen in Oost-Brabant; overnachtend bij vennen [N 09 (1961)] III-4-1
krabben kratsen: kra.tsə (Moresnet, ... ), schuren: šū:rə (Moresnet) krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] || krabben: zijn hoofd krabben tegen jeuk [kraowe] [N 10 (1961)] III-1-2
krampig krampig: kręmpǝx (Moresnet) Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c] I-9
kramsvogel krammesvogel: gra‧məsfōͅ:gəl (Moresnet) kramsvogel (25 groter dan koperwiek [021]; vaak in diens gezelschap; heeft grijze kop en stuit; ook alleen wintervogel; roep [tjak-tjak-tjak] [N 09 (1961)] III-4-1
kreukelen in prottelen zitten: e prüettele zitte (Moresnet) Hoe noemt men het wanneer een kleed dat niet past, zich in plooien zet ? [ZND 32 (1939)] III-1-3
kribbebijter kribbebijter: krebǝbītǝr (Moresnet) Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52] I-9
kroeshaar kroezelhaar: kru.ž.əlhōͅ:r (Moresnet) kroeshaar [N 10 (1961)] III-1-1