19325 |
koppig |
steeg:
štiǝx (Q252p Moresnet),
stuur:
štēr (Q252p Moresnet)
|
[JG 1a; A 48A, 41a; N 8, 64h]
I-9
|
24194 |
korhoen |
korenhoen:
ko͂ͅə.nhō:n (Q252p Moresnet)
|
korhoen (53 vrij zeldzame heidevogel; haan staalblauw, hen bruin en kleiner; houdt in het voorjaar pronkbijeenkomsten op een open plek op de hei [N 09 (1961)]
III-4-1
|
19276 |
koude drukte maken |
veel kal maken:
vul kaal make over en zaak (Q252p Moresnet)
|
veel beslag, ophef maken over een zaak [ZND 32 (1939)]
III-1-4
|
24196 |
kraanvogel |
kroenekraan:
kruə.nəkrā:n (Q252p Moresnet)
|
kraanvogel (114 alleen op trek; nu vrij zeldzaam; in grote V-vormige troepen overvliegend; alleen in Oost-Brabant; overnachtend bij vennen [N 09 (1961)]
III-4-1
|
17918 |
krabben |
kratsen:
kra.tsə (Q252p Moresnet, ...
Q252p Moresnet),
schuren:
šū:rə (Q252p Moresnet)
|
krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] || krabben: zijn hoofd krabben tegen jeuk [kraowe] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
33896 |
krampig |
krampig:
kręmpǝx (Q252p Moresnet)
|
Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c]
I-9
|
24197 |
kramsvogel |
krammesvogel:
gra‧məsfōͅ:gəl (Q252p Moresnet)
|
kramsvogel (25 groter dan koperwiek [021]; vaak in diens gezelschap; heeft grijze kop en stuit; ook alleen wintervogel; roep [tjak-tjak-tjak] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
18223 |
kreukelen |
in prottelen zitten:
e prüettele zitte (Q252p Moresnet)
|
Hoe noemt men het wanneer een kleed dat niet past, zich in plooien zet ? [ZND 32 (1939)]
III-1-3
|
33831 |
kribbebijter |
kribbebijter:
krebǝbītǝr (Q252p Moresnet)
|
Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52]
I-9
|
17579 |
kroeshaar |
kroezelhaar:
kru.ž.əlhōͅ:r (Q252p Moresnet)
|
kroeshaar [N 10 (1961)]
III-1-1
|