e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Moresnet

Overzicht

Gevonden: 622
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opmaken van staart en manen opmaken: opmākǝ (Moresnet) In dit lemma zijn de antwoorden op twee vragen samengebracht: "het opmaken van staart en manen" (N 8, 103a), en "een paardestaart vlechten" (N 8, 103b). De antwoorden op vraag 103a hebben immers vrijwel alleen met het opmaken en vlechten van de staart te maken. [N 8, 103a en 103b] I-9
oprispen opstoten: o.pštuə.tə (Moresnet), rupsen: røͅ.pšə (Moresnet) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] III-1-2
opstaan allez-hop: ale hop (Moresnet) Voermansroep om het paard op te doen staan. [N 8, 95j] I-10
optuigen aandoen: ˙ādūǝ (Moresnet), aanscheren: (cf gescheer)  āšīrǝ (Moresnet) Een trekpaard van het nodige trektuig voorzien. Men zet het hoofdstel op het hoofd van het paard, plaatst het haam om zijn nek, legt het schoftzadel op zijn rug en doet het achterhaam aan. Tenslotte gespt men de verschillende delen aan elkaar. [JG 1b; N 8, 97a; monogr.] I-10
oud, versleten paard krak: krak (Moresnet), storkel: štø̜rkǝl (Moresnet) Zie ook het lemma ''benamingen voor het paard naar de leeftijd'' (2.4.1), sub F. [JG, 1b; A 45, 28a; L 5, 36; L 36, 82; N 8, 20, 62f en 62g; monogr.] I-9
overgevoelig paard (een) zure: zūrǝ (Moresnet) Paard dat bij het zien van mensen geluiden en bewegingen maakt, maar zonder kwaadaardigheid. [N 8, 94e] I-9
overhoef overhoef: øvǝrhuf (Moresnet) Verdikking van het kroonbeen boven de hoef. De knobbels op de kroonrand kunnen het gevolg zijn van eigen kroonbetrappeling, verstuiking en misstappen op een oneffen boden, of door betrappeling van andere paarden, vooral bij het draaien op het veld. Als deze beenwoekering groot van omvang is, wordt het kroongewricht stijf en gaat het paard kreupel. Zie afbeelding 14. [N 8, 90m] I-9
overkoot (het is) geforceerd: jǝfǫrsiǝt (Moresnet), (het is) overgeknikt: øvǝrjǝknekt (Moresnet) Het voorwaarts doorknikken van de koot van het voorbeen van het paard als gevolg van een verstuiking of van een forcering door te hard te trekken. Zie afbeelding 13. [JG 1b; N 8, 73b, 93a, 93b en 95m] I-9
paard dat met rukken trekt roeper: rypǝr (Moresnet) [N 8, 62r] I-9
paard met een scheve heup (een) scheve: šēvǝ (Moresnet), (één) heup af: hø̜̄ǝp āf (Moresnet) Een paard van ongelijke heuphoogte. Dit gebrek komt meer bij koeien dan bij paarden voor. Zie afbeelding 6. [N 8, 94a] I-9