19957 |
poort |
poort:
pōǝ.ts (Q252p Moresnet),
pǫ.ǝts (Q252p Moresnet),
pǭǝ.ts (Q252p Moresnet),
pǭǝt (Q252p Moresnet)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
34019 |
poot omhoog |
poot:
puǝt (Q252p Moresnet)
|
Voermansroep om de hoef of voet op te lichten. [N 8, 95k]
I-10
|
22660 |
poppenspel |
marionettentheater:
Karte 353.
Marionettentheater (Q252p Moresnet)
|
Puppentheater.
III-3-2
|
21482 |
portefeuille |
portefeuille (fr.):
Karte 74.
porte(-)feuille (Q252p Moresnet)
|
Brieftasche
III-3-1
|
21203 |
postbode |
briefdrager:
Briefträger (Q252p Moresnet),
facteur (fr.):
facteur (Q252p Moresnet)
|
postbode
III-3-1
|
33740 |
prikkeldraad |
stachelendraad:
štaxlǝdrōt (Q252p Moresnet)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
17742 |
proeven |
keuren:
kōͅ:rə (Q252p Moresnet),
proeven:
pr"və (Q252p Moresnet)
|
proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20911 |
pruim |
pruim:
prumme (pl) (Q252p Moresnet)
|
[Heem 05.5-6 (1961)]
I-7
|
18110 |
puistjes |
brobbels:
brubələ (Q252p Moresnet)
|
puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
24227 |
putter |
distelvink:
de.stəlvê.ŋk (Q252p Moresnet)
|
putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)]
III-4-1
|