e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Muizen

Overzicht

Gevonden: 442

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blauwe reiger, reiger reiger: reger (Muizen) reiger [ZND 41 (1943)] III-4-1
bloem (alg.) bloem: blumə (Muizen) bloemen [RND] III-4-3
bloemknop knop: knep (Muizen, ... ) bot, knop [ZND 34 (1940)] || knop [ZND 34 (1940)] III-4-3
boekweitpannenkoek boekweitse koek: boekesekoek (Muizen) pannenkoek [ZND 40 (1942)] III-2-3
boerenzwaluw, zwaluw zwalver: zwɛləvərs (Muizen) zwaluw (mv.) [RND] III-4-1
bont als apart kledingstuk pels: eene pels (Muizen) pels (door dames om de hals gedragen) [ZND 40 (1942)] III-1-3
bont en blauw slaan groen en blauw houwen: grüjn in blou gəhout (Muizen), groen en blauw slaan: grüjn in blou gəslaogə (Muizen) bont en blauw geslagen [RND] III-1-2
boog boo: bu.u (Muizen) boog [RND] III-3-2
boom (alg.) boom: bu:m (Muizen) boom [RND] III-4-3
bos bos: bos (Muizen) Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.] I-8