e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Muizen

Overzicht

Gevonden: 442
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sneltrein expres (<fr.): eene expres (Muizen) Sneltrein. [ZND 35 (1941)] III-3-1
snuit snuit: lang snaat (Muizen, ... ) een lange neus [ZND 39 (1942)] III-1-1
soldaat soldaat: suldo:ət (Muizen) soldaat [RND] III-3-1
soldaten soldaten: suldo:ətə (Muizen) soldaten [RND] III-3-1
sorteren met de hand onderrapen: ondǝrǭpǝ (Muizen) Vroeger werden vaak de grote van kleine aardappelen gescheiden bij het rapen zelf op het veld; zie de toelichting bij het lemma Aardappelmand. Tegenwoordig worden de aardappelen op de boerderij gesorteerd; niet meer met de hand maar met een sorteermachine. Zie het lemma Sorteermachine. [N 12, 31; JG 1a, 1b gedeeltelijk, 1c, 2c; monogr.] I-5
speeksel uitspuwen spuwen: spo:ə (Muizen) (speeksel uit)spuwen [RND] III-1-1
spin spin: spen (Muizen) spin [RND] III-4-2
spinnen spinnen: spęnǝ (Muizen) De handeling die met behulp van een spinnewiel werd verricht. Vooral voor vlas en hennep was het raadzaam de spinvingers nat te houden tijdens het spinnen. Hiervoor had men een klein potje met water aan rokken of wiel hangen (Weyns, pag. 844-845). Soms werden daartoe ook wel kleine, twee-orige kruikjes van ongeveer 7 cm hoog gebruikt, gebakken onder andere te Raeren. [N 34, C; RND 3; Wi 27; S 34; monogr.] II-7
spinnenweb spinnengeweef: spenəgəweəf (Muizen) spinnenweb [RND] III-4-2
spit geschot: geschot (Muizen) een schietende pijn in de lenden (geschot ?) [ZND 35 (1941)] III-1-2