e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Muizen

Overzicht

Gevonden: 442

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
engel engel: eenen engel twee engels (Muizen) Een engel, twee engelen. [ZND 34 (1940)] III-3-3
engerling, larve van de meikever mulder: molder (Muizen), spinbeest: spinbeest (Muizen) engerling, meikeverlarve [ZND 34 (1940)] III-4-2
enten griffelen: grefələ (Muizen) [RND 08] I-7
entre-deux borduur: bǫrdȳr (Muizen) Kanten tussenzetsel in een gordijn, een schort, een kleed enz. [N 62, 81b; N 62, 81a; L 35, 5] II-7
envelop koffetuur: [vgl. Q 007: een cafeteurie]  een cofetuur (Muizen) een omslag (van een brief) [ZND 39 (1942)] III-3-1
erwt, algemeen erwt: ɛrt (Muizen) Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5
esdoorn es: of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable  es (Muizen) es, esdoorn [ZND 34 (1940)] III-4-3
eten (ww.) eten: ééətə (Muizen) eten [RND] III-2-3
etensresten overschot: euverschot (Muizen) hoe heten de resten van het eten van mensen [ZND 34 (1940)] III-2-3
fatsoenlijk fatsoenlijk: das eene fatsoenlijke mensch (Muizen) Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)] III-1-4