e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Munstergeleen

Overzicht

Gevonden: 2500
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broeder broeder: broor (Munstergeleen) broeder [SGV (1914)] III-3-3
broederschap broederschap: broodersjap (Munstergeleen) broederschap [SGV (1914)] III-3-3
broedse kip die men niet wil laten broeden prok: prok (Munstergeleen) [N 19, 43b] I-12
broeibak broeibak: breubak (Munstergeleen) [SGV (1914)] I-7
broek met split broek met roetsj: brook mit rötsj (Munstergeleen) broek met een split aan de voorkant [fluitjesbroek] [N 23 (1964)] III-1-3
broek: algemeen broek: brook (Munstergeleen, ... ) broek (kleedingstuk) [SGV (1914)] || broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] III-1-3
broekland, moeras zomp: ps. letterlijk overgenomen (beetje raar geschreven?).  zzooomp (Munstergeleen) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4
broekspijp broekespijp: brookespiepe (Munstergeleen) pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)] III-1-3
broeksriem broekriem: brookreem (Munstergeleen) band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)] III-1-3
broekzak achter vottentas: vottetesj (Munstergeleen) zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)] III-1-3