33604 |
ent, stek |
ent:
ent (Q022p Munstergeleen)
|
Hoe noemt u: een knopdragend deel wanneer dit bestaat uit een stengel met meer dan één knop (ent, griffel, enthout, griffelhout?) [N 74 (1975)]
I-7
|
33605 |
enten |
gruffelen:
greuffelen (Q022p Munstergeleen),
gruffele (Q022p Munstergeleen),
omenten:
om ente (Q022p Munstergeleen)
|
[SGV (1914)]Door enten de soort van een oudere boom wijzigen (omenten, afenten) [N 74 (1975)] || Hoe noemt u: de methode van vermeerdering waarbij men twee plantendelen, te weten één wortel- en één knopdragend deel, laat samen vergroeien tot één plant waarbij deze twee delen vaak van soort of variëteit verschillen (veredelen, enten, griffelen?) [N 74 (1975)]
I-7
|
33610 |
erf |
binnenhof:
beͅnəhōͅf (Q022p Munstergeleen),
goed:
gōt (Q022p Munstergeleen)
|
I-7
|
33641 |
erf en omliggende landerijen |
hof:
hǭf (Q022p Munstergeleen)
|
De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23]
I-8
|
33579 |
erwten- of bonenranken |
bonenwinden:
boanəwènj (Q022p Munstergeleen),
erwtenwinden:
ertewènj (Q022p Munstergeleen)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
33612 |
erwtenzetter, gereedschap om erwten te zetten |
pootstel:
paotsjtel (Q022p Munstergeleen)
|
[N 18 (1962)]
I-7
|
20719 |
etensresten |
rammenanten:
rammenante (Q022p Munstergeleen)
|
Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18047 |
etter |
gezweer:
gezwêr (Q022p Munstergeleen)
|
etter [SGV (1914)]
III-1-2
|
32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
dobbel warshout:
dǫbǝl [warshout] (Q022p Munstergeleen)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|
33688 |
fijn droog stof |
stof:
štø̄f (Q022p Munstergeleen)
|
Fijn droog stof op landwegen. [N 27, 37c]
I-8
|