e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288p plaats=Nederweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vouwen vouwen: voaje (Nederweert, ... ) vouwen (mv) [SGV (1914)] || vouwen (ww) [SGV (1914)] III-1-2
vragen vragen: vraoge (Nederweert) vragen [SGV (1914)] III-3-1
vreemde (man) vreemde mens: ene vreemjte mins (Nederweert) vreemde [een ~ man] [SGV (1914)] III-3-1
vreugde plezier: plezeer (Nederweert) vreugde [SGV (1914)] III-1-4
vriend vriend: ein trōūwe vrinmdj (Nederweert), vrind (Nederweert), vrinjtj (Nederweert) trouwe [een ~ vriend] [SGV (1914)] || vriend [RND], [SGV (1914)] III-3-1
vriend, kameraad kameraad: kammeraot (Nederweert) kameraad III-2-2
vriendelijk gesprekelijk: gesprieëkelik (Nederweert), vriendelijk: vrîntelek (Nederweert), vrûntelek (Nederweert) vriendelijk III-1-4
vriesweer vriesweer: vreeswaer (Nederweert) vriesweer III-4-4
vriezenx vriezen: vreeze (Nederweert), - Weerts (ook wel stadweerts genoemd): vruusj, vroeër, gevroeëre. - het Nederweerts en het Ospels: vrusj, vroôr, gevroôre. ps. JK nakijken!  vreeze (Nederweert), Verouderd N.  vroeëze (Nederweert) vriezen [SGV (1914)] III-4-4
vrijgezel in het ossenboek staan: dan zegt men: hae stieët int ossebook  hae stieët int ossebook (Nederweert) als een man 30 wordt en nog steeds geen verkering heeft III-2-2