e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nederweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kussensloop kustijk: köstēke (Nederweert), kø&#x0304stēk (Nederweert), køͅstēk (Nederweert), kustreksel: køͅstreͅksəl (Nederweert) kussenovertrek, kussensloop || kussensloop [SGV (1914)] III-2-1
kwaadaardig roepen kweken: kwēkǝ (Nederweert) [N 8, 47 en 67] I-9
kwaadspreekster klappei: klappeij (Nederweert) klappei [SGV (1914)] III-1-4
kwaadspreker klappei: klappèj (Nederweert) kwaadspreker [SGV (1914)] III-1-4
kwabaal en puitaal aalpuit: aolpoet (Nederweert), aolpōēt (Nederweert), klein soort paling  aolpoêt (Nederweert) puitaal || puitaal (kwabaal) [SGV (1914)] || puitaal, modderaal III-4-2
kwartel kwakkel: kwakkel (Nederweert), naast: kwartel  kwakkel (Nederweert), kwartel: kwartel (Nederweert) kwartel [SGV (1914)] || kwartel (18 kleine uitgave van patrijs [098], wat anders gekleurd en nu veel zeldzamer; zomervogel; vroeger erg geliefd vanwege de roep [kwik, wik-wik] [N 09 (1961)] III-4-1
kwartje kwartje: kwartje (Nederweert) kwartje: Hier heb je een kwartje voor een ijsje [DC 41 (1966)] III-3-1
kwast, noest knar: knar (Nederweert) Een onregelmatigheid in de houtstructuur van een boom. Kwasten ontstaan op plaatsen waar zich een tak bevindt of heeft bevonden. Zie ook afb. 204. Vgl. voor het woordtype aast ook het Hgd. Ast. [N E, 1; N 50, 76f; N 75, 97a-b; monogr.] II-12
kweek puin: pø̜i̯n (Nederweert), puinen: pø̜i̯nǝ (Nederweert), mv.  puîne (Nederweert) Elymus repens (L.) Gould Zeer algemeen voorkomend hardnekkig onkruid op gras- en bouwland en op akkerranden, dat er grasachtig uitziet met een rechtopstaande aar en donker- tot grijsgroen blad. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 30 tot 120 cm. Het is een lastig kruipend onkruid met veel onderaardse wortelstokken, die wel als veevoeder gebruikt worden. De boer verwijdert het met de eg uit de akker. Deze plant is ook wel bekend onder de oude naam kweekgras of tarwegras (Triticum repens L.). Zie in verband met de vele puin-opgaven de speciale bibliografie onder Goossens 1985; 1987 en 1988, 109-126. [N 11, 71; JG 1a, 1b, 2c; A 27, 24b; A 28, 10; A 29, 6 en 9; A 33, 17; L 34, 52; L 48, 18; Lu 2, 18; Lu 4, 9; S 20; monogr.; add. uit N 11, 70, 72, 80a en 88] || kweekgras I-5, III-4-3
kweepeer kwee: kwieè (Nederweert), kwīə (Nederweert), kweepeer: kwieëpaer (Nederweert) kwee [SGV (1914)] || kweepeer [SGV (1914)] I-7