e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nederweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leunstoel leunstoel: läönstool (Nederweert, ... ), lø&#x0304.nstōl (Nederweert), zetelstoel: zēͅtəlstōl (Nederweert) armstoel || leuningstoel [SGV (1914)] || leunstoel III-2-1
leven (zn.) leven: zn  laeve (Nederweert) leven III-2-2
levend vlees onder de huid leven, het -: lééve (Nederweert), t laeve (Nederweert), t lééve (Nederweert) levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)] III-1-1
lever lever: laever (Nederweert), lèèver (Nederweert), lééver (Nederweert) lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] III-1-1
leverworst leverworst: laeverworst (Nederweert), lèèverworst (Nederweert), lééverwoorst (Nederweert), witte worst: witte worst (Nederweert) leverworst [N 06 (1960)] || witte worst [N 06 (1960)] III-2-3
libel en waterjuffer poppenschreur: póppeschreur (Nederweert), póppeschruur (Nederweert), póppeschruuër (Nederweert) libel, beekjuffer || libel, waterjuffer III-4-2
lichaam lijf: lief (Nederweert), lieəf (Nederweert), līēf (Nederweert, ... ) lichaam [N 10 (1961)], [SGV (1914)] III-1-1
lichaamskracht macht: macht (Nederweert, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lichaamsvocht zeenwater: zeenwater (Nederweert) leewater [SGV (1914)] III-1-2
licht, steenlicht licht: licht (Nederweert), vonderwerk: vǫndǝrwę.rǝk (Nederweert) De inrichting waarmee de loper in verticale richting versteld kan worden om de afstand tot de onderste steen te regelen. De taats van het staakijzer of de kleine spil rust daartoe in een taatspot. In oudere molens is deze pot bevestigd op een zware balk, de vonderbalk. Deze balk scharniert aan één zijde in de houtconstructie van de molen, aan de andere zijde wordt hij omhooggehouden met een hefboom, bestaande uit een lichtijzer en een lichtboom met daaraan een koord of ketting en een gewicht. Later werd dit type lichtwerk vooral in watermolens vervangen door een ijzeren systeem. Daarbij staat de taatspot op een ijzeren lat die door middel van een regelrad op en neer geschroefd kan worden (Janssen, pag. 88/89). Zie ook afb. 85. Blijkens de opgaven is licht in P 53 en P 56 onzijdig. [N 0,23a; A 42A, 30; Sche 58; Vds 109; Jan 139; Coe 120; Grof 142; N O, 23p; monogr.; Vld] II-3