e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nederweert

Overzicht

Gevonden: 3221
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gat, opening gat: gaat (Nederweert) opening [SGV (1914)] III-4-4
gat, opening (mv) gaten: gaten (Nederweert) gaten (mv) [SGV (1914)] III-4-4
gauwdief gauwdief: gauwdeef (Nederweert) gauwdief [SGV (1914)] III-3-1
gebakje gebakje: Syst. WBD  gebakje (Nederweert) Gebakje (buntje, taartje, gatoke?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebakken aardappelen gebakken aardappelen: Syst. WBD  gebakke aerpel (Nederweert) In schijfjes gebakken aardappelen (erpel in de pan, kosjes, petatteschijfkes?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebakken appelschijven boomherst: boumherst (Nederweert), boomspek: boûmspek (Nederweert) appelschijven in de pan gebraden III-2-3
gebint gebont(e): gǝbo.ntj (Nederweert), gǝbǫntj (Nederweert) Het geheel van spantbenen, gordingen, kepers etc. waarop de dakbedekking rust. Zie ook afb. 49 en 71. [S 9; N 54, 149a; N 54, 149b; N 54, 151; monogr.; Vld.] II-9
gebit gebit: gebeet (Nederweert, ... ), tanden: de teng (Nederweert) gebit [N 10a (1961)] III-1-1
geboorteomhulsel van een veulen lies: lēs (Nederweert) Het vruchtvlies dat na de geboorte van het veulen afkomt. Als de merrie het veulen alleen ter wereld brengt, stikt het veulen meestal in de zak, die zo sterk is, dat hij met behulp van een mes of scherp voorwerp geopend moet worden. [N 8, 54, 55 en 56] I-9
geboren worden geboren: ww  geboôre (Nederweert) geboren (worden) III-2-2