26222 |
hals van de as |
baan:
baan (L288p Nederweert)
|
Het gedeelte van de molenas dat op het metalen of hardstenen lager rust of draait. In geval van een houten as werd dit gedeelte vaak versterkt met smalle stroken ijzer, die in de lengterichting van de as werden aangebracht en waaromheen weer metalen banden werden bevestigd om het geheel bijeen te houden. Zie ook afb. 45 en de toelichting bij het lemma ɛlemmersɛ.' [N O, 10i; A 42A, 6]
II-3
|
18255 |
halsketting |
ketting:
un gouwe ketting (L288p Nederweert)
|
gouden [een - ketting] [SGV (1914)]
III-1-3
|
26234 |
halssteen |
baansteen:
baansteen (L288p Nederweert)
|
Het lager van steen of pokhout waarop de hals van de molenas draait. Zie ook afb. 17. [N O, 28a; A 42A, 4]
II-3
|
29826 |
halve steen |
klezoortje:
klɛts˱yrkǝ (L288p Nederweert)
|
Een in de breedterichting doormidden geslagen metselsteen of een baksteen van dit formaat die machinaal is vervaardigd. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛdrieklezoorɛ.' [N 31, 19a; monogr.]
II-8
|
20820 |
ham, hesp |
ham:
ham (L288p Nederweert),
hesp:
he(e)sp (L288p Nederweert),
Di-j hésp hingtj nog te ruîke inne schouw
hésp (L288p Nederweert),
hespenschink:
hespeschînk (L288p Nederweert),
hespensvlees:
heespesvleîs (L288p Nederweert)
|
ham [SGV (1914)]
III-2-3
|
17659 |
hand |
hand:
hang (L288p Nederweert),
hanjtj (L288p Nederweert)
|
hand [SGV (1914)] || handen [SGV (1914)]
III-1-1
|
17660 |
handen (spotnamen) |
fikken:
fikke (L288p Nederweert, ...
L288p Nederweert,
L288p Nederweert),
grote handen:
grōēte hang (L288p Nederweert),
jatten:
jatte (L288p Nederweert, ...
L288p Nederweert),
klauwen:
klauwe (L288p Nederweert, ...
L288p Nederweert),
knoken:
kneuk (L288p Nederweert),
knurften:
knörfte (L288p Nederweert)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|
18906 |
handig |
handig:
hendjig (L288p Nederweert)
|
handig
III-1-4
|
34566 |
handkar |
stootkar:
stǫi̯ǝtkɛr (L288p Nederweert)
|
Tweewielige kar die men met de handen voortduwt of trekt. Deze kar heeft twee bomen en zijplanken. [N 17, 15a; N G, 51; JG 1a + 1b; A 42, 4; monogr.]
I-13
|
18256 |
handschoen |
haas:
haos (L288p Nederweert),
haose (L288p Nederweert)
|
handschoen [SGV (1914)] || handschoenen (mv) [SGV (1914)]
III-1-3
|