e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L294p plaats=Neer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vadem, maat van uitgestrekte armen reik: rek (Neer) de maat die de afstand aangeeft tussen de rechter en de linkerhand bij zijdelings uitgestrekte armen (± 1,7m-1,9m) [rek, vadem, vaam] [N 91 (1982)] III-4-4
vagebond kruier: eine kruijer (Neer) een persoon zonder vaste woonplaats en zonder middelen van bestaan, vaak met een slecht gedrag [vagebond, kreugekruier, skoefel] [N 85 (1981)] III-1-4
vagina, geslachtsorgaan van de merrie lijf: līf (Neer) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
vals spelen foetelen: foetele (Neer) Vals, oneerlijk spelen [stachelen, foetelen, entelen, peuteren, krummelen, onnemen, haarzakken]. [N 88 (1982)] III-3-2
valsspeler foetelaar: foetelair (Neer) Iemand die altijd vals speelt [aarzak, haarzak, aaszak]. [N 88 (1982)] III-3-2
van de leg afraken van de leg af: van dǝ lęk āf (Neer) [N 19, 50b; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
van katoen geven van katoen geven: (van katoen geven).  van ketoen gaeve (Neer) alle kracht inspannen om iets op tijd klaar te hebben [lament geven, buzze geven, kemp geven, draad geven, kletsoor geven] [N 85 (1981)] III-1-4
van uitlopers ontdoen (scheuten) afdoen: āfdōn (Neer), (scheuten) van de aardappelen doen: van dǝ ɛ̄rpǝlǝ dōn (Neer) Zoals in het vorige lemma is opgemerkt beginnen soms de aardappelen die in een kelder of kuil bewaard worden te schieten. Hier staan de benamingen voor het verwijderen van dergelijke uitlopers bijeen. Indien niet anders aangegeven is het object steeds "aardappelen". Voor de documentatie van scheuten, zie lemma Scheut, resp. Uitlopers Van Kuilaardappelen [N M, 17b; monogr.] I-5
van veren wisselen ruizelen: rȳzǝlǝ (Neer) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vanzelfsprekend natuurlijk: neteurlik (Neer), vaneiges: van eiges (Neer), vanzelf: van zeef (Neer) vanzelfsprekend, natuurlijk [ralik] [N 85 (1981)] III-1-4