24177 |
jongste vogeltje uit het nest |
kakkel:
kakkel (L294p Neer),
scharkuikentje:
laatste uit ketel of pan
sjerkeukske (L294p Neer)
|
een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] || jongste vogel uit het nest (kakkenestje) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
21336 |
juffrouw |
juffrouw:
juffrouw (L294p Neer)
|
hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
33958 |
jukriem |
stroppen:
štrø̜p (L294p Neer)
|
Verbinding tussen het haam en de disselboom, als men met een tweespan rijdt. Verscheidene zegslieden verklaren dat een tweespan in hun gemeente niet (meer) voorkomt. [N 13, 12]
I-10
|
18707 |
jumper |
trui:
trui (L294p Neer),
vest:
vest (L294p Neer)
|
jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20697 |
jus, vleesnat |
saus:
Syst. WBD
saus (L294p Neer, ...
L294p Neer)
|
Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18232 |
juweel |
diamant:
diamant (L294p Neer)
|
een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
17603 |
kaakbeen(rand) |
kaak:
kaake (L294p Neer)
|
kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17604 |
kaakgestel |
bakkes:
bakkes (L294p Neer)
|
kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17743 |
kaal (zijn), kaal hoofd |
kale, een -:
kaale (L294p Neer),
kletskop:
kletskop (L294p Neer)
|
kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
28604 |
kaalsnijden |
uitbreken:
uitbreken (L294p Neer)
|
Het uitsnijden van alle of bijna alle raten met een mes. [N 63, 81b]
II-6
|