23367 |
kerkstoel |
kerkstoel:
kirkstool (L294p Neer)
|
Kerkstoelen, de stoelen (met of zonder opklapbare zitting) waarop men zowel kan knielen als zitten [kerksteul, -stoele?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23235 |
kerktoren |
kerktoren:
kirktaore (L294p Neer)
|
De toren van de kerk, waarin zich de klokken bevinden [kèrktaore, -taon, -toer, klokketoren?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
22803 |
kermis |
kermis:
kirəməs (L294p Neer)
|
kermis [RND]
III-3-2
|
22462 |
kermisgeld |
kermiscent:
kermiscent (L294p Neer)
|
Een geschenk dat gegeven werd bij de kermis [kermis, fooi]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22662 |
kermismuziek |
spel:
sjpeel (L294p Neer)
|
De muziek die te horen is op kermissen [spel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
33536 |
kern van een pit |
kern:
eigen spellingsysteem (êl
kaer (L294p Neer)
|
Het binnenste van zaad of pit (kern, kerning, kerel, karring). [N 82 (1981)]
I-7
|
20703 |
kersenpannenkoek |
kersenkoek:
Syst. WBD
keersekook (L294p Neer),
kēērsekook (L294p Neer)
|
Pannekoek met kersen (kersekook?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
22668 |
kerstlied |
kerstliedje:
korstleedjes (L294p Neer)
|
Een lied dat in de kersttijd veel gezonden wordt [leis, kerstliedje]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
22457 |
ketelmuziek |
ketelmuziek:
kaetelmeziek (L294p Neer)
|
Het lawaai dat gemaakt wordt met potten, pannen, ketels etc. en dat bij wijze van volksjustitie gemaakt wordt voor de deur van personen die zich misdragen hebben in de ogen van hun dorpsgenoten [blekalbade, belmarkt]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
22560 |
ketelmuziek maken |
de ezel aandrijven:
den aezel aandrieve (L294p Neer),
ezeldrijven:
aezeldrieve (L294p Neer)
|
Het gebruik om een serenade met geïmproviseerde instrumenten te geven aan personen die openbare ergernis geven [tafelen]. [N 88 (1982)] || Het lawaai dat gemaakt wordt met potten, pannen, ketels etc. en dat bij wijze van volksjustitie gemaakt wordt voor de deur van personen die zich misdragen hebben in de ogen van hun dorpsgenoten [blekalbade, belmarkt]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|