e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koude mist zuur weer: zoor waer (Neer) gure, koude mist [zoere mok] [N 22 (1963)] III-4-4
koude noordenwind, bijs koude bijs: ein kaoj bies (Neer) koude noorderwind [bies] [N 22 (1963)] III-4-4
koudvuur koudvuur: kaodveur (Neer) Koudvuur: versterf van weefsel of lichaamsdelen door afsluiting van de bloedtoevoer; gangreen (vuur). [N 84 (1981)] III-1-2
kouter kouter: kǫu̯tǝr (Neer), meskouter: mɛtskǫu̯tǝr (Neer) Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.] I-1
kouwe drukte aanstellerij: aansjtellerie (Neer), bohei (rh.): behèj (Neer) drukte maken voor niets [N 85 (1981)] || drukte voor niets, kouwe drukte [bezwaai, pehaai, poehaai, behaai] [N 85 (1981)] III-1-4
kraag van een kraagmantel pelerine (<fr.): pèllerien (Neer) kraag, zeer brede ~ van een kraagmantel (vero) [pellerien] [N 23 (1964)] III-1-3
kraaien, gezegd van de haan kraaien: kręi̯ǝ (Neer) [N 19, 49; Vld.; monogr.] I-12
kraakbeen knoers/knors: knoors (Neer) kraakbeen [noerz, knorzel, knoezelbeen] [N 10a (1961)] III-1-1
kraaltjes kraaltjes: krelkəs (Neer) kraaltjes [RND] III-3-2
kraambed kraambed: kraombed (Neer) nageboorte van de mens; hoe noemde men vroeger - -? [DC 33 (1961)] III-2-2