17766 |
navel |
navel:
naavel (L294p Neer)
|
Navel: het litteken van de navelstreng midden op de buik (nakker, nagel, navel). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
25747 |
nawort |
natrek:
nǭtrɛk (L294p Neer)
|
De vloeistof die de tweede keer uit het beslag gewonnen wordt. [N 35, 47; N 35, 40]
II-2
|
28540 |
neerstrijken op de vliegplank |
vallen:
vallen (L294p Neer)
|
Het neerstrijken van de bij op de vliegplank van korf of kast, wanneer ze na een honingvlucht thuiskomt. [N 63, 45]
II-6
|
24347 |
neet, luizenei |
neet:
nëèt (L294p Neer)
|
neet, luizenei [N 26 (1964)]
III-4-2
|
18042 |
negenoog |
bloedzweer:
bloodzwaer (L294p Neer),
negenoog:
negenaug (L294p Neer, ...
L294p Neer)
|
Bloedzweer: pijnlijke, rode, meestal in de nek of oksel optredende huidontsteking (kwader, negenoog). [N 84 (1981)] || Negenoog: kwaadaardige steenpuist omgeven door andere steenpuisten die ineen vloeien (negenoog, negenoger, kwader). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
32853 |
nerf van de weide |
ris:
(mv)
resǝ (L294p Neer)
|
Begroeide bovenlaag van wei- of hooiland; grasmat, graslaag. Zie ook de lemma''s ''nerf van de akker'' en ''groes'', ''met gras begroeide grond'' in de aflevering over de Landerijen. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) ''gras'' het lemma ''gras''. [N 14, 51; N 18, 12 add.; monogr.]
I-3
|
24717 |
nerf van een blad |
ribbe:
eigen spellingsysteem
rubbe (L294p Neer)
|
De aders van een blad die als ribben zichtbaar zijn en uitgaan van de steel (nerf, rib). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24435 |
nest, hoeveelheid jongen |
nest:
ideosyncr.
ei nèst (L294p Neer)
|
Hoe noemt u de hoeveelheid jongen die een dier in één keer heeft (nest) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
24216 |
nestelen |
timmeren:
tummere (L294p Neer)
|
een nestje maken, gezegd van vogels (timmeren, vuren, bouwen) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24218 |
nestverlater |
vlug:
vluk (L294p Neer, ...
L294p Neer)
|
in staat zijn om uit het nest te vliegen, gezegd van jonge volgels (vlug, stug, uitgevlogen, uitladen) [N 83 (1981)] || op het punt staan om het nest te verlaten, gezegd van jonge volgels (vlug) [N 83 (1981)]
III-4-1
|