21116 |
stevig, gezegd van voedsel |
stevig:
stjeevige kost (L294p Neer)
|
stevig, gezegd van voedsel (straf) [N 91 (1982)]
III-2-3
|
19308 |
stiekem |
geniepig:
geniepig (L294p Neer, ...
L294p Neer),
heimelijk:
heimelik (L294p Neer),
stiekem:
stiekum (L294p Neer, ...
L294p Neer)
|
boosaardige streken in het geheim bedrijvend [heimelijk, geniepig, gniep, stiekem] [N 85 (1981)] || niet laten blijken dat iets bekend is of plaats vindt, in het geheim dingen doend [stiekem, heimelijk, tersmuiks] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34050 |
stier |
stier:
štīr (L294p Neer),
var:
vɛr (L294p Neer)
|
Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15]
I-11
|
18003 |
stijf van vingers en handen |
stijf:
stīēf vinger (L294p Neer)
|
stijf, van vingers en handen gezegd [scheef] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
19327 |
stijfkop |
stijfkop:
sjtiefkop (L294p Neer),
stjiefkop (L294p Neer),
strekel:
sjtrekel (L294p Neer),
wars:
(ê).
waers (L294p Neer)
|
iemand die zeer koppig is, die niet graag ongelijk toegeeft [stijfkop, werskop, stijloor, strekel] [N 85 (1981)] || koppig zijn, steeds vasthoudend aan eigen wil of inzicht [bokken, koppen] [N 85 (1981)] || vasthoudend aan eigen wil of inzicht [koppig, steeg, kop] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19328 |
stijfkoppig |
wars:
(ê).
waers (L294p Neer)
|
niet gemakkelijk te bewegen een houding of opvatting te laten varen of ongelijk te bekennen, zeer koppig [stug, wers] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18014 |
stikken |
stikken:
sjtikke (L294p Neer)
|
Stikken, sterven door ademgebrek (stikken). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
34018 |
stilstaan |
ho-ju:
hōǝ jȳ (L294p Neer)
|
Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.]
I-10
|
17738 |
stinken |
hophappen:
hoephappe (L294p Neer),
stinken:
stjinke (L294p Neer)
|
Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
19659 |
stofblik |
blik:
bleek (L294p Neer),
handjvèger en bleek (L294p Neer)
|
stofblik [DC 15 (1947)] || stoffer en blik samen [DC 15 (1947)]
III-2-1
|