e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerbeek

Overzicht

Gevonden: 1219
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broodje broodje: Syst. WBD  brèùdjes (Neerbeek), hanenkam: Syst. WBD Zijn aan de zijkanten getand en gevuld met krenten.  haanekém (Neerbeek), kadetje: Syst. WBD Hebben een langsnede op de bovenkant, gemaakt voor het bakken.  kedètjes (Neerbeek), krombroodje: Syst. WBD Zijn krom  krômbrèùdjes (Neerbeek), pistolet: Syst. WBD Zijn van boven vlak of glad.  pistelees (Neerbeek) Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)] III-2-3
broodpap broodpap: Syst. WBD  broidpap (Neerbeek) Pap met stukjes roggebrood (pap met vuurstenen?) [N 16 (1962)] III-2-3
broodpop steven: Syst. WBD  sjtaeve (Neerbeek) Wittebrood in de vorm van een man (steeve, steeveman, weggeman, nieuwjaarsman, ziepesprengert, boekeman?) [N 16 (1962)] III-2-3
bruid bruid: broeed (Neerbeek) de bruid [broeëd] [N 96D (1989)] III-2-2
bruidje in de processie bruidje: bruudje (Neerbeek), e bruudje (Neerbeek) Bruidje in de processie. [N 07 (1961)] || Een in het wit gekleed meisje in de processiestoet [bruidje, maagdje, ingelche]. [N 96C (1989)] III-3-3
bruidsjapon bruidskleed: broedskleid (Neerbeek) de bruidsjapon, het bruidskleed [N 96D (1989)] III-2-2
bruidsjonker bruidsjongetje: broedsjungske (Neerbeek) de bruidsjonker [brönker] [N 96D (1989)] III-2-2
bruidsmeisje bruidsmeidje: broedsmèètje (Neerbeek) het bruidsmeisje [brönkesje] [N 96D (1989)] III-2-2
bruidspaar bruidspaar: broedspaar (Neerbeek) het bruidspaar [N 96D (1989)] III-2-2
bruidssluier bruidssluier: broedssluier (Neerbeek) de sluier van de bruid, trouwsluier [sleuer] [N 96D (1989)] III-2-2