e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerbeek

Overzicht

Gevonden: 1219
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruggenwervel wervel: wirvel (Neerbeek) [N 10 (1961)] III-1-1
rund rind: rɛntj (Neerbeek) Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.] I-11
runderlapjes rindslapjes: Syst. WBD  rènjsjlépkes (Neerbeek) Runderlapjes (krippot, kripvlees?) [N 16 (1962)] III-2-3
rundvleessoep rindssoep: Syst. WBD  rènjssòp (Neerbeek) Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)] III-2-3
rustaltaar heiligenhuisje: hèllige huske (Neerbeek) Een met bloemen versierd altaar dat langs de processieroute geplaatst is, rustaltaar [mei-altaar, heiligenhuisken, hilliejehuus-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
sabbelen zauwelen: zawele (Neerbeek) sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)] III-2-3
sacramentsdag sacramentsdag: sacramentsdaag (Neerbeek) Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)] III-3-3
sacramentsprocessie sacramentsprocessie (<lat.): sacramentspresesse (Neerbeek) De processie die op Sacramentsdag wordt gehouden: Sacramentsprocessie, grote processie. [N 96C (1989)] III-3-3
sacristie sacristie: sacristjie (Neerbeek) Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)] III-3-3
sanctus sanctus (lat.): sanctus (Neerbeek) Het (vaste) misgezang dat op de prefatie volgt, het sanctus. [N 96B (1989)] III-3-3