e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L367p plaats=Neerglabbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijk schaap bok: bok (Neerglabbeek), bǫk (Neerglabbeek), weer: wē̜r (Neerglabbeek) Het mannelijk schaap in het algemeen. Varianten van het woordtype hamel die voor "mannelijk schaap" zijn opgegeven, zijn naar het lemma ''gesneden mannelijk schaap'' (2.2.5) overgeheveld. [L 5, 30b; L 20, 22a; L 39, 44; L 6, 25; L B2, 319; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 2, 46; A 4, 22a; Wi 12; AGV, m 3; R 3, 34; VLD; S, Q 105 add.; monogr.] I-12
mannelijke duif hoorn: ho‧rə (Neerglabbeek), hūiə.rə (Neerglabbeek) Doffer. [Goossens 1b (1960)] || Duif, mannelijk. [ZND 39 (1942)] III-3-2
mannelijke eend weender: wī.nji̯ǝr (Neerglabbeek), wīǝnǝr (Neerglabbeek) [GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.] I-12
mannelijke gans haan: hān (Neerglabbeek), weender: wī.njǝr (Neerglabbeek) [A 6, 5a; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 59; L 14, 20; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
mannelijke geit bok: bok (Neerglabbeek) [N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
mannelijke hond, reu rekel: rēͅkəl (Neerglabbeek) reu [Goossens 1b (1960)] III-2-1
mannelijke kat, kater kater: kā.tər (Neerglabbeek), kātər (Neerglabbeek) kater [Goossens 1b (1960)] || mannelijke kat [ZND 27 (1938)] III-2-1
maria-hemelvaart onze-lieve-vrouw-hemelvaart: ons leeve vrouw hemelvaart (Neerglabbeek) Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)] III-3-3
markt land: recht īəvər t lant (Neerglabbeek), markt: inət midə vandə mēͅrət (Neerglabbeek) Dwars over de markt [ZND 23 (1937)] || In het midden van de markt. [ZND 38 (1942)] III-3-1
marmer marmer: marmər be:ld (Neerglabbeek), (= dit is witte marmer).  de tis weͅrmər (Neerglabbeek, ... ) marmer [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)] || marmeren beeld [ZND 21 (1936)] III-4-4