21274 |
geld |
geld:
fīr tə betalə mōͅstə cheͅlt heͅbə (L367p Neerglabbeek),
gɛlt (L367p Neerglabbeek),
hi es vadər zinə jas en møͅdər hər gɛlt, vadər zin køͅ ɛn vadər zinən hoͅnt (L367p Neerglabbeek),
ich ben mī geͅlt kwīt (L367p Neerglabbeek),
møͅdər bi weͅ mot eX gɛld halə (L367p Neerglabbeek)
|
geld [ZND 44 (1946)] || Hier is vader zn jas en moeder haar geld; vader zn doe en vader zn hond [ZND 44 (1946)] || Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] || Ik ben mijn geld kwijt [ZND 29 (1938)] || Moeder, bij wie moet ik geld halen ? [ZND 44 (1946)]
III-3-1
|
24152 |
gele kwikstaart |
koeienheerdje:
kûwehèèrdsje (L367p Neerglabbeek),
kwikstaartje:
kwikstertje (L367p Neerglabbeek)
|
gele kwikstaart || kwikstaart, geel (Motacilla flava flava L.) [Lk 04 (1953)]
III-4-1
|
33264 |
gele lupine |
boontjes:
biǝnkǝs (L367p Neerglabbeek),
filipinen:
flø`pine (L367p Neerglabbeek)
|
Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.]
I-5
|
25078 |
gelijken (op) |
trekken op:
trekken op (L367p Neerglabbeek)
|
gelijken [ZND 25 (1941)]
III-4-4
|
23206 |
geloof |
geloof:
Hij hut zī gəlof vərly(3)̄rə (L367p Neerglabbeek)
|
Hij heeft zijn geloof verloren. [ZND 23 (1937)]
III-3-3
|
23207 |
geloven |
geloven:
glejvə (L367p Neerglabbeek, ...
L367p Neerglabbeek)
|
Geloven [ZND m] || Geloven. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|
19099 |
geluk |
geluk:
gəlɛk (L367p Neerglabbeek)
|
Ge moet hem dat geluk gunnen (hij heeft het verdiend, ge moet hem niet benijden). [ZND 24 (1937)]
III-1-4
|
19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
ook materiaal znd 23, 77
gəmekkəlek (L367p Neerglabbeek),
gəmēͅkelək (L367p Neerglabbeek)
|
gemakkelijk [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
18945 |
gemeen |
flauw:
ook materiaal znd 23, 79 met een vertikale streep tussen de lettergrepen (?)
fla uw (L367p Neerglabbeek)
|
gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21465 |
gemeente |
gemeent:
gəmejnt (L367p Neerglabbeek),
gəmynt (L367p Neerglabbeek)
|
gemeente [ZND 24 (1937)], [ZND m]
III-3-1
|