e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q096c plaats=Neerharen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stuiver knabje: ps. omgespeld volgens Frings.  kneͅpkə (Neerharen) stuiver, een ~ [5-centstuk] [stuiver, nikkel?]. Is er verschil in benaming tussen de oude nikkelen en de nieuwe bronzen stuiver? [N 21 (1963)] III-3-1
stuk grond perceel: pǝrsīl (Neerharen) Een stuk land, een perceel grond, in het algemeen. [N 27, 2a en 5; Vld.; N 11A, 106 add.; monogr.] I-8
stuk onontgonnen grond ven: vęn (Neerharen) Een stuk woeste grond, nog niet ontgonnen hei, veen of moeras. [N 27, 4a; N 11, 6; N 11A, 112; ALE 254] I-8
stuks -vee stuks (vee): støks (Neerharen) Een boer heeft 10, 12, 14 enz. stuks vee. [N 3A, 2] I-11
suikerklontje klotje: klöt-sje (Neerharen) klontje; Hoe noemt U: Een blokje suiker (klontje) [N 80 (1980)] III-2-3
t-vormige hoeve dwarshuis: du̯ɛ̄rshūs (Neerharen) Stal en schuren liggen achter elkaar; het woongedeelte staat hier dwars op en steekt aan beide zijden uit. Enkele opgaven komen overeen met de algemene benaming voor de boerderij; ter plekke is dan de T-vormige bouw de algemeen gebruikelijke. Voor de fonetische documentatie van deze gevallen, die aan het begin van het lemma bijeen staan, wordt verwezen naar het lemma "boederij, algemeen" (1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 4. [N 4A, 2b; monogr.] I-6
tabakspruim sjiek: sjik (Neerharen) pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tafelmes tafelmes: toͅəfəlmeͅs (Neerharen) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tak op ingezaaid land vreewis: vręwiš (Neerharen) De tak, stok of bundel stro die men op de pas ingezaaide akkers plaatste om aan te geven dat deze niet betreden mochten worden door jagers en anderen. Voor streep, zie WNT s.v. in de betekenis "grensteken". [N M, 26; monogr.] I-4
takkenbos, bussel hout fascine (fr.): (deze is langer).  faseͅi̯n}* (Neerharen), schans: šans}* (Neerharen, ... ) inventarisatie benamingen takkenbos, bussel takken en twijgen alnaargelang houtsoort of boslengte [N 27 (1965)] || takkenbos, bussel takken en twijgen [N 27 (1965)] I-7