22733 |
gaffel |
gaffel:
de slinke of rechte gaffel (P164p Neerhespen)
|
Worden de voorste kegels niet dichter bij elkaar geplaatst? Hoe noemt men dat? [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
21314 |
galgenaas |
deugniet:
enne groote deugniet (P164p Neerhespen)
|
Een zeer slecht mens (galgenaas). [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
34548 |
gans |
gans:
gās (P164p Neerhespen)
|
[A 2, 42; A 6, 5a; A 6, 5b; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 58; JG 1a, 1b, 1c, 1d; Vld.; monogr.]
I-12
|
28847 |
garen |
garen:
gǭrǝ (P164p Neerhespen)
|
Gesponnen draad in het algemeen. Het garen kan gemaakt worden van allerlei vezels, bijv. katoen, wol, zijde en linnen. [N 62, 55a; N 59, 6a; L 1a-m; L 7, 58; L 17, 4; L 28, 14; L A1, 18; L B1, 69; L B1, 80; MW; S 7; monogr.]
II-7
|
21315 |
gast |
gast:
gast (P164p Neerhespen)
|
gast [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
21586 |
geen ... waard |
van geen tel:
va ginnen tel (P164p Neerhespen)
|
Hoe zegt men van iets dat geen waarde heeft? (dat is geen ... waard). [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
33705 |
gegraven waterloop |
graaf:
grāf (P164p Neerhespen),
gracht:
graxt (P164p Neerhespen)
|
In het algemeen is in dit lemma sprake van een gegraven waterloop als afscheiding of om overtollig water af te voeren of om te bewateren. In dialectenquêtes zijn er veel vragen gesteld naar de benamingen voor een sloot, graaf of gracht. In de antwoorden bleek veel overlap te zitten. Het gaat hier om waterlopen die verschillend van breedte kunnen zijn. Omdat de antwoorden hierover niet eenduidig waren, was het niet mogelijk aan een begrip een vaste breedte toe te kennen. Algemeen kan men zeggen dat een gracht een bredere sloot is, een graaf een wat bredere, vaak droge sloot, en dat een goot, grub en zouw wat smallere waterlopen zijn. Het overeenkomstige bij alle waterlopen is dat ze gegraven zijn. [N 27, 24; AGV, m1; A 20, 1c; A 20, 1d; A 10, 21; A 2, 48; L 24, 27; L 1a-m; L 36, 4; L A1, 62; Lu 1, 5; R 14, 23j; S 11, 33; monogr.]
I-8
|
21274 |
geld |
geld:
ich ben me geld kwijt (P164p Neerhespen),
oorden:
zen ooden kwijt (P164p Neerhespen)
|
Ik ben mijn geld kwijt [ZND 29 (1938)]
III-3-1
|
21326 |
goedkoop |
goedkoop:
goeiekoeëp (P164p Neerhespen)
|
goedkoop [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
21327 |
graaf |
graaf:
graaf (P164p Neerhespen)
|
graaf [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|