e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeritter

Overzicht

Gevonden: 4545
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geknotte wilg soets: sjoets (Neeritter, ... ) geknotte eik of wilg || geknotte wilg III-4-3
gekookte hersens harren: horre (Neeritter) Gekookte hersens (frikkedellen, sepieten?) [N 16 (1962)] III-2-3
gekruld haar krullen: krolle (Neeritter) gekruld haar [N 10 (1961)] III-1-1
geld geld: geljd (Neeritter) Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] III-3-1
gele kwikstaart koemusje: koemöske (Neeritter), voorjaarskwikstaart: grote gele kwikstaart"; etym.aant.  veurjòòrskwikstèrt (Neeritter) gele kwikstaart III-4-1
gele lupine boksbonen: bōksbūǝnǝ (Neeritter), filipinen: fly`pine (Neeritter) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gele plomp kollebloem: ook voor de gele  kollebloom (Neeritter), waterkol: ook voor de gele  waterkol (Neeritter) gele plomp [N 37 (1971)] III-4-3
geloof geloof: gelouf (Neeritter) geloof [SGV (1914)] III-3-3
gelooven geloven: gluiven (Neeritter) gelooven [SGV (1914)] III-3-3
geluid maken, gezegd van de kammen zoemen: zoemen (Neeritter) Het geluid van de kammen van het aswiel bij het malen. Afhankelijk van het al dan niet goed functioneren van het gangwerk hoort men een aangenaam of een onaangenaam geluid. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval wanneer de kammen niet op de juiste steek zijn gezet. [N O, 11p; Vds 95; Jan 114; Coe 89; Grof 112] II-3