e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeritter

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omhulsel van het teellid sluif: slø̄f (Neeritter) Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
omslagboor slingerboor: sleŋǝrbōr (Neeritter) Handboor met een C-vormige beugel. De omslagboor wordt onder meer gebruikt om bramen van geboorde gaten te verwijderen, om gaten af te schuinen en om schroeven in en uit te draaien (Van Houcke, pag. 513). [N 33, 153] II-11
omslagdoek (alg.) neusdoek: nuisdook (Neeritter), plag: plak (Neeritter) schouderdoek, wollen ~ of omslagdoek, soms ook wel over het hoofd gedragen [neus-, nuisdook, nuizek, nuzzing, plak, plaggen, sjelon, falie] [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek onder mantel of jak sjaal: sjaal (Neeritter) omslagdoek die onder mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek over mantel of jak plag: plak (Neeritter) omslagdoek die over mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3
omwalde akker hof: hōf (Neeritter), kamp: kamp (Neeritter) Een akker welke omsloten is door een akkerwal, een brede gracht of door bossen. [N 11, 2e; N 11, 2f; N 27, 3b; A 10, 4; monogr.] I-8
omweiden vertuieren: vǝrtȳjǝrǝ (Neeritter) Het geregeld verplaatsen van vee. [N 3A, 11; monogr.] I-11
onbelangrijk min: min (Neeritter), weinig: ps. letterlijk overgenomen!  wieeenig (Neeritter) weinig [DC 39 (1965)] III-4-4
onbetrouwbare koopman sjacheraar: sjagerieër (Neeritter) Inventarisatie uitdrukkingen voor: scheldwoorden of misprijzende woorden kent uw dialect voor een weinig koopkrachtig en onbetrouwbaar koopman [kremmer, toesser, ruilebuiter, voorsnijer?] [N 21 (1963)] III-3-1
onderbak rosplank: rosplaŋk (Neeritter  [(er zat vaak een hondje op als de kar stilstond)]  ) Onder de kar opgehangen laadvloertje. [N 17, 86] I-13