e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeritter

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poel, plas poel: peul (Neeritter) poelen (mv.) [SGV (1914)] III-4-4
poelie v-riemrad: vērēmrāt (Neeritter), v-snaarrad: vēsnǭrrāt (Neeritter) Wiel dat voorzien is van flensranden of van een groef en dat gebruikt wordt om er een drijfriem of een ketting over te laten lopen. Zie ook afb. 76 in Wld ii.3 (pag. 104) en het lemma "drijfriem". [N 33, 258; monogr.] II-11
poetsen afknippen: āfknepǝ (Neeritter) De overtollige eindjes wis die aan de binnen- en buitenkant van de mand uitsteken, met behulp van een poetsmes wegsnijden. Zie ook het volgende lemma. Een uitstekend eind van een wis werd in Sint Truiden (P 176) kout (kǫwt) genoemd. [N 40, 74; monogr.] II-12
poetsen, schoonmaken poetsen: poetsen (Neeritter) Reinigen, poetsen, (poetsen, kuisen, schoonmaken) [N 79 (1979)] III-2-1
poetsmes kniep: knīp (Neeritter), mes: mɛts (Neeritter) Het mes waarmee de uitstekende eindjes worden afgesneden. Zie ook afb. 279. [N 40, 75; monogr.] II-12
poetsmiddel poets: poets (Neeritter) Zacht schuurmiddel voor b.v. zilver of koper (kuis, poets, potlood) [N 79 (1979)] III-2-1
pofbroek bloesboks: bloesbooks (Neeritter), plusfour (<eng.): plusfort (Neeritter) plusfour, een soort pofbroek [N 23 (1964)] III-1-3
poffen op de pof kopen: [kopen / gelden op basis van lemma kopen, rk]  op de pof (Neeritter), poffen: poffe (Neeritter) afbetaling, Op ~, op de pof kopen [poffen?] [N 21 (1963)] III-3-1
poffertje poffertje: pufferkus (Neeritter) Poffertje [N 16 (1962)] III-2-3
pofmouw ballonmouw: ballonmoew (Neeritter) pofmouw van jurk of blouse [N 23 (1964)] III-1-3