e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeritter

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
profielbalken draagbalken: drāx˱balǝkǝ (Neeritter) IJzeren profielijzers, vaak met I-vormige doorsnede, die worden gebruikt bij het vervaardigen van een troggewelf. Zie ook afb. 33. D.i.n. in het woordtype 'd.i.n.-balken' is een afkorting van ø̄deutsche Industrienormø̄. [N 32, 20b; monogr.] II-9
profielen profiels: profils (Neeritter) Gladde, rechte houten balkjes met een lengte van ongeveer 1,80 cm en een doorsnede van 7,5 x 7,5 cm, die verticaal op de hoeken van het metselwerk worden geplaatst. Zij worden gebruikt om het loodrecht opmetselen van de muren te bevorderen. Zie ook afb. 28. [N 31, 7a; monogr.] II-9
profielijzerschaar profielscheer: profilšīǝr (Neeritter) Soort metaalschaar waarmee staven met een bijzondere doorsnede geknipt kunnen worden. [N 33, 265] II-11
pronken prijken: prieke (Neeritter), pronken: prônke (Neeritter) prijken [SGV (1914)] || pronken [SGV (1914)] III-1-3
pronkveer op een hoed aigrette (fr.): Van Dale: aigrette (Fr.), 3. toefje veren als versiersel; kuifachtige tooi van edelstenen; - 4. pluimpje.  aîgrette (Neeritter), pluim: pluim (Neeritter) pronkveer op een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
proppenschieter knaptoet: knaptoet (Neeritter) Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] III-3-2
provisiekast, etenskast spinde: spen (Neeritter) voorraad- of provisiekast [N 05A (1964)] III-2-1
pruis pruis: Pruus (Neeritter) Pruis [SGV (1914)] III-3-1
pruisen pruises: Pruses (Neeritter) Pruisen (land) [SGV (1914)] III-3-1
prutser sukkelaar: Opm. zachte ks.  sukkelîêr (Neeritter) sukkelaar [SGV (1914)] III-1-4