34368 |
varkenston |
varkenston:
vɛrkǝstōn (L321p Neeritter)
|
Ton om gekookt varkensvoer in te bewaren. Zie voor de benamingen van "varkensketel" het lemma ''varkensketel'' in wld I.6 (2.2.11). [N 18, 131; monogr.]
I-12
|
33393 |
varkenstrog |
varkenstrog:
vɛrkǝstrōx (L321p Neeritter)
|
De vaste voerbak in een varkenshok voor het vloeibare voedsel. [N 5A, 60d; A 4, 4d; L 8, 19; L 20, 4d]
I-6
|
33396 |
varkenswei |
varkensloop:
vɛrkǝs˱løi̯p (L321p Neeritter)
|
De met een houten schutting of prikkeldraad omheinde ruimte in de open lucht waar de varkens lopen. Vaak wordt de boomgaard als varkenswei gebruikt. [N 5A, 61a; N 76, 41a; A 10, 9e]
I-6
|
26476 |
vast werk |
vast werk:
vast węrǝk (L321p Neeritter)
|
Van vast werk is sprake wanneer het vierkante uiteinde van de kleine spil (bij windmolens) of het staakijzer (bij watermolens) in het vierkante rijngat zit opgesloten. In een dergelijke constructie draait de kleine spil mee met de loper. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛbalanceerwerkɛ.' [N O, 16i; N O, 15d; Vds 134; Jan 124]
II-3
|
25385 |
vaste bloedmassa |
klonters:
klonjtǝrs (L321p Neeritter)
|
In het bloed zit de stof fibrine die het bloed doet stollen. Tijdens het kloppen van het bloed vormt deze stof een vaste, draderige massa om de vingers, het strootje of het houtje. [N 28, 18; monogr.]
II-1
|
18427 |
vaste boord |
kraag:
kraag (L321p Neeritter)
|
kraag, vaste halsboord van een overhemd [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33363 |
vaste voer- en drinkbak |
krib:
krøp (L321p Neeritter),
trog:
trōx (L321p Neeritter),
(mv)
trø̄x (L321p Neeritter)
|
De opgemetselde bak of goot, soms in vakken verdeeld, die vóór de koeien langs loopt, waaruit de koeien eten en drinken. De hoogte van de bak verschilt van plaats tot plaats. Het water wordt het laatst in de bak gedaan. De bak is dan meteen schoon. Zie ook het vorige lemma "voer- en drinkgoot" (2.2.14). Zie ook afbeelding 10 bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 37b; N 4, 76; N 5, 96; L 1, a-m; L A1, 174; S 19; Wi 4; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|
22648 |
vastenavond |
vastelavond:
vasteloaventj (L321p Neeritter)
|
Vastenavond [SGV (1914)]
III-3-2
|
23332 |
vastendag |
vastendag:
vastendāāg (L321p Neeritter)
|
vastendag [SGV (1914)]
III-3-3
|
23331 |
vastentijd |
vasten:
vaste (L321p Neeritter)
|
vasten [SGV (1914)]
III-3-3
|