| 34155 |
verdrogen |
verzijen:
vǝrzii̯ǝ (L321p Neeritter)
|
Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a]
I-11
|
| 30596 |
verf |
verf:
vęrǝf (L321p Neeritter),
vɛrǝf (L321p Neeritter)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|
| 32469 |
vergift spuiten |
spuiten:
spø̜̄jtǝ (L321p Neeritter)
|
Het verwijderen van onkruid en de bestrijding van ongedierte door middel van vergift. Het vergift werd in Helden (L 291) met behulp van een rugsproeier (røxšprujǝr) of rugspuit (røxšpø̜jt) verspreid. [N 40, 6]
II-12
|
| 21389 |
vergoeden |
vergoeden:
vergeuje (L321p Neeritter)
|
vergoeden [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 21660 |
verhogen |
opslaan:
opgeslage (L321p Neeritter)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 19370 |
verhuizen |
verhuizen:
verhuizen (L321p Neeritter)
|
Van woning veranderen (verhuizen, overhuizen, overtrekken) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 22507 |
verjaardag |
verjaardag:
verjoardaag (L321p Neeritter)
|
verjaardag [SGV (1914)]
III-3-2
|
| 21672 |
verjaren |
verjaren:
Opm. als er een zekere bepaalde tijd eroverheen is gegaan.
verjaord (L321p Neeritter)
|
Betekenis en uitspraak van het woord vertijen [werkwoord] i.v.m. betalen van schulden? A.u.b. uitspraak en betekenis. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 34171 |
verkeerd liggen |
verkeerd liggen:
verkeerd liggen (L321p Neeritter)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|
| 21399 |
verkeren |
vrijen:
vrieje (L321p Neeritter)
|
vrijen [SGV (1914)]
III-3-1
|