e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeritter

Overzicht

Gevonden: 4545
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwarte muts? wollen muts: wöllemöts (Neeritter) muts, zwarte ~ {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
zwartmiddel appretuur: apǝrtø̄r (Neeritter) Het middel dat men gebruikt om het leer een zwarte glans te geven. Het betreft hier benamingen voor middelen die niet alle inhoudelijk precies gelijk zijn. Sommige werden vroeger gebruikt, andere zijn modern. [N 36, 46] II-10
zwavelstok zwegeltje: zwaîgelke (Neeritter) zwavelstokken, de vroegere lucifers (zwevelstok, -stek, sollefert, solverstekske) [N 20 (zj)] III-2-1
zwavelx zwagel: zwègel (Neeritter) zwavel [DC 02 (1932)] III-4-4
zweep smik: smek (Neeritter), zweep: zwīǝp (Neeritter) Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.] I-10
zweep van de koeherder smik: smek (Neeritter) Zweep om bijvoorbeeld de koeien naar de stal te brengen. [N 18, 146] I-11
zweer zweren: zwē̜rǝ (Neeritter) [N 8, 90b en 90t] I-9
zweet zweet: zweit (Neeritter) zweet [N 10 (1961)] III-1-2
zwemmen zwemmen: zwumme (Neeritter) zwemmen [SGV (1914)] III-3-2
zwemstenen drijfstenen: drīfstęjn (Neeritter), zwemstenen: zwęmstęjn (Neeritter) Zwemstenen of drijfstenen zijn benamingen voor een zeer lichte kunststeen, vervaardigd uit puimsteengruis (bimszand) en hydraulische kalk. Het gruis wordt daartoe met ongeveer 1/9 van zijn gewicht aan waterkalk dooreengemengd. Dit mengsel wordt in ijzeren vormen geschept, beklopt en, van de vormen ontdaan, op rekken te drogen gezet. Na enige dagen worden de stenen op hopen gezet en na enige maanden zijn zij gereed voor gebruik. Zwemstenen worden hoofdzakelijk voor binnenwerk gebruikt en isoleren dankzij hun grote poreusheid goed warmte en geluid. 'Ytong' en 'Poriso' zijn merknamen. [N 30, 54e] II-9