e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L368p plaats=Neeroeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vet, spek smeer: smīǝ.r (Neeroeteren), vet: vęt (Neeroeteren) Het vet dat samen met hennep of stukken zak in de vetgaten van de bus wordt gestoken om de hals van het staakijzer of de kleine spil te smeren. [Vds 127; Jan 138; Coe 110; Grof 129] II-3
veter nestel: nestǝl (Neeroeteren) Koord of smal gevlochten band door de ogen van de schoenen geregen, om de kleppen naar elkaar toe te halen en te bevestigen. Het kan van leer of van een andere stof gemaakt zijn. Volgens de informant van P 219 is de staartel breder dan de nestel. [N 60, 27a; N 60, 27b; L 5, 14; Wi] II-10
vetkaars roetkaars: rootkars (Neeroeteren) vetkaars III-2-1
veulen veulen: vīǝ.lǝ (Neeroeteren) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
vierdeel eieren vierdeel: virǝl (Neeroeteren) Een vierdeel eieren is volgens het WNT vooral een maat voor granen. Wat een vierdeel eieren inhoudt, is moeilijk na te gaan. De Diksjenaer van ''t Mestreechs zegt dat een viedel eieren een vierendeel van honderd plus één is, dus 26. Heel waarschijnlijk gaat het dus om een vierde deel van honderd.' [L 8, 44; monogr.] I-12
vieren vieren: gəve:rt (Neeroeteren), gəvê:rt (Neeroeteren) gevierd [RND] III-3-2
vieruursboterham koffie, de -: k‧oͅf‧i (Neeroeteren), koffiedrinken, het -: koffī drènke (Neeroeteren), koffiedrinkens, het -: Vgl Eng tea-time t Is koffiedrinkesti-jd  koffiedrinkes (Neeroeteren), koffietijd: koffietied (Neeroeteren) de broodmaaltijd zowat rond 1600 uur || de maaltijd die gewoonlijk rond vier uur in de namiddag gebruikt wordt, het vieruurtje [ZND 06 (1924)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] III-2-3
vijf centiem knabje: e knepke (Neeroeteren), ei knepke (Neeroeteren), n knepke (Neeroeteren), solletje: n solleken (Neeroeteren) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
vijfentwintig centiem kwartje: e kwaartje (Neeroeteren), ei kwaartje (Neeroeteren), n kwaartje (Neeroeteren) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
vijver vijver: viver (Neeroeteren), wijer: wiǝr (Neeroeteren) klein natuurlijk of gegraven waterbekken, bijv. in een tuin [vijver, wijer, wijert, kuil, poel] [N 81 (1980)] || Kleine, natuurlijke of (meest) gegraven, vaak omsloten waterplas. Vroeger groef men vaak vijvers om er vis in te houden. Tegenwoordig is de vijver vaak een deel van een park- of tuinaanleg. [R 7, 18; S 40; A 20, 1e; L 8, 47; monogr.] I-8, III-4-4