e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeroeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoesten hoesten: hooste (Neeroeteren), hoosten (Neeroeteren) kuchen [ZND 01 (1922)] || zachtjes hoesten, kuchen [ZND 29 (1938)] III-1-2
hoge herenschoen hoge mansluischoen: hoog mans(lie)sjoon (Neeroeteren), hoge mansschoen: hoog mans(lie)sjoon (Neeroeteren) herenschoenen, hoge ~ [N 24 (1964)] III-1-3
hoge hoed buis: bous(hoot) (Neeroeteren) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] III-1-3
hoge hoed bij begrafenis buishoed: bous(hoot) (Neeroeteren) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] III-2-2
hoge klomp hoge klomp: hūgǝ [klomp] (Neeroeteren) Klomp met een hoge en lange, tot boven de wreef doorlopende kap. De klompopening sluit bij dit type klompen goed om de voet zodat er geen klompenriem nodig is. Zie ook afb. 259. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ. De kapklomp die in en rond Venray (L 210) bekend was, was een luxe hoge klomp die versierd was met koperen spijkers. Hij was volgens het Venrays woordenboek (pag. 227), ondanks de hoge kap toch van een leren band voorzien en werd op zondag gedragen.' [N 24, 70b; monogr.] II-12
hoge klomp? hoge klomp: hoge klomp (Neeroeteren) klomp met hoge huif, hoge klomp, zonder riem gedragen [N 24 (1964)] III-1-3
hoge pet met opstaand bovenstuk hoge klak: hoege klak (Neeroeteren) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk: het hoge model {afb} [hoge zeje] [N 25 (1964)] III-1-3
hoge rijgschoen bottine: bottiene (Neeroeteren) rijgschoenen, hoge ~ voor dames [petiens, bottines] [N 24 (1964)] III-1-3
hoge schoen met elastieken tussenstukken bot: botte (Neeroeteren) schoenen, hoge ~ met elastieken tussenstukken in de schacht [boddekeens] [N 24 (1964)] III-1-3
hoge waterdichte schoen bot: botte (Neeroeteren) schoenen, hoge waterdichte ~ met waterkap [snöwschoen, tongschoen] [N 24 (1964)] III-1-3