24561 |
beuk |
beuk:
gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk
beek (L368p Neeroeteren),
beukenboom:
gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk
beekeboom (L368p Neeroeteren)
|
beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)]
III-4-3
|
20786 |
beurs, overrijp |
halfrot:
haəfroͅt (L368p Neeroeteren),
snotsrijp:
snotsriep (L368p Neeroeteren),
te rijp:
te riep (L368p Neeroeteren)
|
beurs [ZND 01 (1922)] || overrijp, murw [ZND 31 (1939)]
III-2-3
|
20180 |
bevallen |
een kind krijgen:
e keindj kriege (L368p Neeroeteren)
|
Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 115 (2003)]
III-2-2
|
33843 |
bevend schudden met de huid |
(zich) schudden:
šędǝ (L368p Neeroeteren),
rij(e)ren:
rīi̯ǝrǝ (L368p Neeroeteren)
|
Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68]
I-9
|
34498 |
bevruchten |
treden:
trē̜i.ǝ (L368p Neeroeteren)
|
Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.]
I-12
|
25107 |
bewolkte lucht |
bewolkte hemel:
de hemel is bewoukt, duy zies gein starren (L368p Neeroeteren),
bewolkte lucht:
de locht is bewoukt, du zies gein starren (L368p Neeroeteren),
overdekte lucht:
(de) locht is ieverdəkt (L368p Neeroeteren),
de locht is ieverdəkt (L368p Neeroeteren),
overlopen lucht:
ieverloupen locht (L368p Neeroeteren, ...
L368p Neeroeteren),
overtrokken lucht:
puntjes staan onder de voorafgaande tekens
də loͅxtes i.vərtroͅ.kə (L368p Neeroeteren)
|
bewolkt [ZND 32 (1939)] || Bewolkt. Hoe zegt men in uw dialect: de lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [ZND 49 (1958)]
III-4-4
|
18839 |
bezadigd |
bezadigd:
ook materiaal znd 21, 18
bezaodigde man (L368p Neeroeteren)
|
bezadigd [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
19613 |
bezem |
bessem:
bɛsǝm (L368p Neeroeteren),
bezem:
bɛsəm (L368p Neeroeteren, ...
L368p Neeroeteren),
bɛ̝səm (L368p Neeroeteren),
Hèè kos de bessem ûtstèke, (omdat zijn vrouw hem had verlaten) ein bessem(e) stiêl is van börkehuit en eine heksebessem staat voor een abnormale dichte vertakking in een boomkruin(waarop de heksen tijdens hun luchtreis op een bezemsteel kunnen rusten)
bessem (L368p Neeroeteren)
|
bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b]
I-4, III-2-1
|
19729 |
bezemsteel |
bezemsteel:
Lûster, det zitsj zuu inne stiêl: het geval zit aldus in elkaar
bessemstiêl (L368p Neeroeteren),
steel:
stīəl (L368p Neeroeteren)
|
bezemsteel [RND]
III-2-1
|
21299 |
bezoek |
bezoek:
bezeek (L368p Neeroeteren)
|
bezoek [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|