21515 |
proces-verbaal |
proces (<fr./lat.):
de krīs e perses (L368p Neeroeteren),
ich māk tich e perses (L368p Neeroeteren)
|
Proces-verbaal. [ZND 05 (1924)]
III-3-1
|
17742 |
proeven |
proeven:
pre:və (L368p Neeroeteren),
preven (L368p Neeroeteren),
prēvə (L368p Neeroeteren),
pr‧ēvə (L368p Neeroeteren)
|
proeven || proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)]
III-1-1, III-2-3
|
19272 |
profiteren |
profiteren:
van d`occasie profiteeren (L368p Neeroeteren),
van de ocazie proffeteere (L368p Neeroeteren),
van de occasie profiteeren (L368p Neeroeteren),
van de okkazie profeteeren (L368p Neeroeteren)
|
Van de gelegenheid (occasie) profiteren. [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
18190 |
pronkveer op een hoed |
pluim:
ploem (L368p Neeroeteren),
ploem, pliemke (L368p Neeroeteren)
|
Pluim, pluimpje. [ZND 05 (1924)] || pronkveer op een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20506 |
proosten |
klinken:
klènken (L368p Neeroeteren),
kl‧eŋkə (L368p Neeroeteren)
|
proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22310 |
proppenschieter |
knap:
ein knap (L368p Neeroeteren),
propjesschieter:
/
propkesscheter (L368p Neeroeteren)
|
/ [SND (2006)] || Een klakkebus (cilindervormig kinderspeeltuig van uitgehold vlierout, waarmede een prop wordt weggeschoten). [ZND 08 (1925)]
III-3-2
|
20456 |
prostituée |
hoer:
hoor (L368p Neeroeteren)
|
prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
19676 |
provisiekast, etenskast |
broodkastje:
brūtkeͅstjə (L368p Neeroeteren),
schap:
šāp (L368p Neeroeteren, ...
L368p Neeroeteren)
|
een schaprade, schapraai (etenskast) [ZND 06 (1924)]
III-2-1
|
20911 |
pruim |
pruim:
proem (L368p Neeroeteren),
prûm (L368p Neeroeteren),
reine claude (fr.):
sappige, kleine paarse of groene pruim
ringeluut, rigluut (L368p Neeroeteren)
|
[ZND 34 (1940)]pruim || pruim, soort
I-7
|
20568 |
pruimen |
pruimen:
pr‧ūəmə (L368p Neeroeteren),
met stoottoon
prûme (L368p Neeroeteren),
sjieken:
sjikken (L368p Neeroeteren),
s‧ekə (L368p Neeroeteren)
|
pruimen; Hoe noemt U: Tabak kauwen (pruimen, sikken, sjikken) [N 80 (1980)] || pruimtabak kauwen
III-2-3
|