e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeroeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rode kool rode kool: roei koel (Neeroeteren), roeie koel (Neeroeteren), roeikōēl (Neeroeteren), rood moes: roetmoos (Neeroeteren), rood moes (Neeroeteren), roëdmoos (Neeroeteren), roəd moos (Neeroeteren), rūiət mōs (Neeroeteren) rode kool [ZND 34 (1940)] || Rode kool (als plant of gewas) [Goossens 1b (1960)], [Lk 05 (1953)], [ZND 34 (1940)] I-7, III-2-3
rode renet, sterappel binnenrode: van hoogstammige appelaars  binneruuj (Neeroeteren) appel, soort I-7
roek zaadkraai: zoadkrej (Neeroeteren) roek III-4-1
roep bij verstoppertje spelen kom maar: kom mer (Neeroeteren) Wat roepen de kinderen als ze verborgen zijn? [ZND 06 (1924)] III-3-2
roep- en lokwoord voor de kip tiet, tiet, tiet: tit, tit, tit (Neeroeteren) Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het kuiken pikkeltje, pikkeltje: pekǝlkǝ, pekǝlkǝ (Neeroeteren) [N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.] I-12
roepen roepen: rōpən (Neeroeteren) roepen [ZND m] III-3-1
roepnaam van de hond zoek: sòk (Neeroeteren) lokroep ve hond III-2-1
roeren roeren: reeren (Neeroeteren, ... ), reuren (Neeroeteren) In de soep roeren. [ZND 41 (1943)] III-2-3
roerzeef passe-vite: pasviet (Neeroeteren), pazviet (Neeroeteren) een roerzeef of een doordrukzeef (met schroef) in de keuken || pureestamper of knijper III-2-1