32875 |
zwadkeerder, beugel |
toejacht:
tujāxt (L368p Neeroeteren)
|
De doorgaans metalen beugel, vastgemaakt onderaan de steel van de zeis, die dient om het afgemaaide gras, dat door de rug en de hak van het blad en door de steel wordt meegenomen, te ondersteunen, zodat het links van de maaier in een gezwad komt te liggen. Bij het maaien van gras is een dergelijke beugel niet onontbeerlijk en vaak ook jong of overgenomen van ànder maaiwerk (graan, boekweit, evie). De beugel is meestal een gebogen stuk stevig ijzerdraad, soms ook wel een tak of een gebogen latje. Zie afbeelding 4, nummer A5 en B5. Grotere beugels, die derhalve doorgaans niet voor het maaien van gras, maar voor het maaien van graangewassen met name in de Belgische Kempen werden gebruikt, waren soms voorzien van een lap (vergelijk de opgave drapeau) of een stuk jute, of van haken of tanden; in het laatste geval werden ze wolf genoemd. Het lijkt niet onwaarschijnlijk dat, tenminste oorspronkelijk, ook de kam-benamingen voor de zwadkeerder zijn ontstaan vanwege dergelijke tanden of haken aan de beugel. [N 18, 67f; JG 1a, 1b, 2c, A 14, 3; L 45, 3; monogr.]
I-3
|
20355 |
zwager |
schoonbroer:
schoenbroor (L368p Neeroeteren, ...
L368p Neeroeteren),
zwager:
zwaoger (L368p Neeroeteren, ...
L368p Neeroeteren)
|
schoonbroeder [ZND 06 (1924)] || schoonbroer/-broeder [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
17557 |
zwak en mager persoon |
pezerik:
peezerik (L368p Neeroeteren)
|
zwak, tenger iemand [N 37 (1971)]
III-1-1
|
17745 |
zwak, slap |
zwak:
zwaak (L368p Neeroeteren)
|
Zwak (uitspraak en bet). [ZND 08 (1925)]
III-1-1
|
20209 |
zwangerschap |
dracht:
draacht (L368p Neeroeteren)
|
zwangerschap
III-2-2
|
18537 |
zwart pak |
fantasiekostuum:
fantaziejkestum (L368p Neeroeteren),
smoking:
smooking (L368p Neeroeteren),
zwart kostuum:
zwārt kəstem (L368p Neeroeteren)
|
pak, zwart ~, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 23 (1964)] || zwarte pak, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 59 (1973)]
III-1-3
|
33481 |
zwarte bes |
paardsberen:
pèèrsbiêr (L368p Neeroeteren),
zwarte sint-jansberen:
verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4
zwarte sint-jansbieren (L368p Neeroeteren)
|
zwarte aalbes [ZND 01 (1922)]
I-7
|
24345 |
zwarte bladluis |
smeelft:
smeleft (L368p Neeroeteren)
|
bladluis
III-4-2
|
18365 |
zwarte gebreide dameskous |
zwarte sok:
zwarte zokke (L368p Neeroeteren)
|
dameskousen, zwarte gebreide ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18644 |
zwarte gevederde muts met kinbanden |
kornet (<fr.):
kərnət (L368p Neeroeteren)
|
muts, zwarte gevederde ~ met kinbanden, meestal door oudere vrouwen gedragen {afb} [kernet] [N 25 (1964)]
III-1-3
|