e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeroeteren

Overzicht

Gevonden: 3933
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwadkeerder, beugel toejacht: tujāxt (Neeroeteren) De doorgaans metalen beugel, vastgemaakt onderaan de steel van de zeis, die dient om het afgemaaide gras, dat door de rug en de hak van het blad en door de steel wordt meegenomen, te ondersteunen, zodat het links van de maaier in een gezwad komt te liggen. Bij het maaien van gras is een dergelijke beugel niet onontbeerlijk en vaak ook jong of overgenomen van ànder maaiwerk (graan, boekweit, evie). De beugel is meestal een gebogen stuk stevig ijzerdraad, soms ook wel een tak of een gebogen latje. Zie afbeelding 4, nummer A5 en B5. Grotere beugels, die derhalve doorgaans niet voor het maaien van gras, maar voor het maaien van graangewassen met name in de Belgische Kempen werden gebruikt, waren soms voorzien van een lap (vergelijk de opgave drapeau) of een stuk jute, of van haken of tanden; in het laatste geval werden ze wolf genoemd. Het lijkt niet onwaarschijnlijk dat, tenminste oorspronkelijk, ook de kam-benamingen voor de zwadkeerder zijn ontstaan vanwege dergelijke tanden of haken aan de beugel. [N 18, 67f; JG 1a, 1b, 2c, A 14, 3; L 45, 3; monogr.] I-3
zwager schoonbroer: schoenbroor (Neeroeteren, ... ), zwager: zwaoger (Neeroeteren, ... ) schoonbroeder [ZND 06 (1924)] || schoonbroer/-broeder [ZND 11 (1925)] III-2-2
zwak en mager persoon pezerik: peezerik (Neeroeteren) zwak, tenger iemand [N 37 (1971)] III-1-1
zwak, slap zwak: zwaak (Neeroeteren) Zwak (uitspraak en bet). [ZND 08 (1925)] III-1-1
zwangerschap dracht: draacht (Neeroeteren) zwangerschap III-2-2
zwart pak fantasiekostuum: fantaziejkestum (Neeroeteren), smoking: smooking (Neeroeteren), zwart kostuum: zwārt kəstem (Neeroeteren) pak, zwart ~, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 23 (1964)] || zwarte pak, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 59 (1973)] III-1-3
zwarte bes paardsberen: pèèrsbiêr (Neeroeteren), zwarte sint-jansberen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  zwarte sint-jansbieren (Neeroeteren) zwarte aalbes [ZND 01 (1922)] I-7
zwarte bladluis smeelft: smeleft (Neeroeteren) bladluis III-4-2
zwarte gebreide dameskous zwarte sok: zwarte zokke (Neeroeteren) dameskousen, zwarte gebreide ~ [N 24 (1964)] III-1-3
zwarte gevederde muts met kinbanden kornet (<fr.): kərnət (Neeroeteren) muts, zwarte gevederde ~ met kinbanden, meestal door oudere vrouwen gedragen {afb} [kernet] [N 25 (1964)] III-1-3