e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeroeteren

Overzicht

Gevonden: 3933
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
durven dorren: dorre (Neeroeteren), dorren (Neeroeteren), durven: dərvə (Neeroeteren), hè heèt dat neet dorven doon (Neeroeteren) durven [ZND 01 (1922)], [ZND 25 (1937)] || Hij heeft dat niet durven doen [ZND 46 (1946)] III-1-4
duur duur: d"r (Neeroeteren), deer (Neeroeteren), dēr (Neeroeteren) duur (hoge kostprijs) [ZND 24 (1937)], [ZND m] III-3-1
duwen duwen: daouwən (Neeroeteren), doewe (Neeroeteren), stoten: stoete (Neeroeteren) duwen [RND], [ZND 01 (1922)] III-1-2
dwarsbalkjes, egscheien scheien: šę.i̯ǝ (Neeroeteren) De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.] I-2
dwarsdrijven de warserik spelen: de we͂e͂rserik spéelen (Neeroeteren), tegenwringen: tiêgevringe (Neeroeteren), wat anders willen: hè wilt altiet wat anders (Neeroeteren) dwarsliggen; tegen iemands woorden of daden ingaan, met de bijgedachte niet mee te willen werken || Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)] III-1-4
dwarsdrijver getweernde, een -: Zie ook: wèèrskop en wèèrserik Van dèè gedwèringe kri-jgste nûw ins nuuts geli-jk Het woord heeft te maken met getwèringd: verkeerd gedraaid  gedwèringe (Neeroeteren), warsdrijver: waat eine wêêrsdriever (Neeroeteren), warskop: wat ne wèrskop (Neeroeteren) dwarskop || Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)] III-1-4
dweil opnemer: Ze hauwe eine dweil ligke viêr de kiêkediêr òm de veet op aaf te vège  opnemer (Neeroeteren) dweil III-2-1
dweilen dweilen: dweilen (Neeroeteren) Hoe noemt u het schoonmaken van stenen of houten vloeren, van stoepen enz. met behulp van water en een grove doek? [N105 (2000)] III-2-1
eb, laagtij eb: eb (Neeroeteren) eb, teruggaan van het water van de zee en de toestand van laag water [N 81 (1980)] III-4-4
echtgenote vrouw: vruiw (Neeroeteren) echtgenote III-2-2