e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kies baktand: baktant (Neerpelt), dobbele tand: ne dobbelen tand (Neerpelt, ... ), grote tand: n groete taand (Neerpelt), ne grooten tand (Neerpelt, ... ) een baktand (dikke tand) [ZND B1 (1940sq)] || een dikke tand; indien er twee verschillende woorden bestaan, de beide woorden opgeven voor: een dikke tand geheel achter in de mond [ZND 29 (1938)] || een dikke tand; indien er twee verschillende woorden bestaan, de beide woorden opgeven voor: een gewone dikke tand [ZND 29 (1938)] III-1-1
kieskauwerig vies: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  vies (Neerpelt) kieskeurig [ZND 27 (1938)] III-2-3
kietelen kietelen: kidələn (Neerpelt) kittelen [ZND B1 (1940sq)] III-1-2
kikker kwakvors: kwakfoͅrs (Neerpelt), kwakvors (Neerpelt), kwakvōͅs (Neerpelt), ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004  kwakvo(r)s (Neerpelt) kikvors [ZND 01 (1922)], [ZND B2 (1940sq)] || kikvors, puit [RND] III-4-2
kikkerdril paddengerei: padəgərɛi̯ (Neerpelt) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)gerei: padəgərɛi̯ (Neerpelt) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkervisje dikkopje: dikkupke (Neerpelt), koelekop: kylekoͅp (Neerpelt), uilenkopje: y(3)̄lekäpke (Neerpelt) kikkervisje [ZND 34 (1940)] III-4-2
kin kin: ken (Neerpelt) kin [N 10b (1961)] III-1-1
kind (algemene benaming) kind: kint (Neerpelt), kindje: kindeke (Neerpelt), kinneke (Neerpelt) kind (een - dopen) [ZND 23 (1937)] III-2-2
kindercommunie kindercommunie (<lat.): kinderkemunie (Neerpelt) Een kindercommunie [kingerkómmelejoeën]. [N 96D (1989)] III-3-3