e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

Gevonden: 4325
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bedelen schooien: bedelen  sgūən (Neerpelt), sxujən (Neerpelt), bedelen, iemand iets vragen tot vervelens toe  schoeien (Neerpelt) kent ge het woord schooien ? (uitspraak + betekenis) [ZND 42 (1943)] III-3-1
bedelpater bedelpater: bèddelpâtter (Neerpelt) Een pater van een van de bedelorden. [N 96D (1989)] III-3-3
bederven, gezegd van pekel bedorven: bǝdorǝvǝ (Neerpelt), bǝdørvǝ (Neerpelt) De zoutoplossing kan bederven doordat te veel bloed uit het vlees trekt en zich met de pekel vermengt. [N 28, 109; monogr.] II-1
bedevaart bedevaart: bevert (Neerpelt), bèvert (Neerpelt), bɛ:vərt (Neerpelt), en bêvert (Neerpelt) Een bedevaart, pelgrimstocht, pelgrimage [beevaart, bèèvert, bidvaart, beeweg, beevaart, begankenis]. [N 96C (1989)] || Een bedevaart. [ZND 21 (1936)] III-3-3
bedevaartplaats bedevaart: bèvert (Neerpelt) Een bedevaartsplaats, bedevaartsplaats, genadeoord. [N 96C (1989)] III-3-3
bedevaartvaantje bedevaartvlagje: bèvertvlagske (Neerpelt) Een vaantje of vlagje dat tijdens een bedevaart gedragen en daarna als gedachtenis aan die bedevaart bewaard wordt, bedevaartsvaantje, -vlagje, pelgrimsvlagje. [N 96C (1989)] III-3-3
bediend worden bediend worden: bediend wèren (Neerpelt) Bediend worden, berecht worden, de laatste sacramenten ontvan-gen. [N 96D (1989)] III-3-3
bedienen bedienen: bediene (Neerpelt), bedienen (Neerpelt, ... ) Hoe heet: iemand van de laatste Sacramenten voorzien? [ZND 32 (1939)] || Iemand bedienen, berechten, iemand de laatste sacramenten toedienen. [N 96D (1989)] || Iemand in een winkel bedienen. [ZND 35 (1941)] III-3-1, III-3-3
bedriegen bedriegen: ook materiaal Leuv. lijst 21, vr 6a  bedriegen (Neerpelt), kullen: ook materiaal Leuv. lijst 21, vr 6a oud  kullen (Neerpelt) bedriegen [ZND 01 (1922)] III-1-4
bedrijfsgedeelte van het boerenhuis achterhuis: axtǝrhūs (Neerpelt), stallen: stalǝ (Neerpelt), stɛl (Neerpelt) Bedoeld wordt het geheel van stallen en schuur dat achter het woonhuis gelegen is. Bepaalde benamingen zijn specifieke termen voor het bedrijfsgedeelte. Andere opgaven daarentegen zijn algemener en geven daarmee aan dat er voor de bedrijfsgebouwen geen aparte benaming bestaat, ze zijn ook in gebruik voor de boerderij in het algemeen, geven een opsomming van de voornaamste bedrijfsgebouwen of -ruimten (vandaar ook veel meervoudsvormen), verwijzen naar een belangrijk deel van de bedrijfsruimten (zoals de binnenhof of de dorsvloer) of wijzen op dat deel van het complex dat direct aan het woonhuis aansluit (zoals het stookhuis). [N 5A, 31; N 5,126; monogr.] I-6