e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
schooien aanhoudend vragen:   sjòjə (Meijel), bedelen:   choeien (Elen, ... ), chuujen (Opoeteren), de kenjer di-j sjoien (Mechelen-aan-de-Maas), nou den oorlog weurd gesjoid (Mechelen-aan-de-Maas), scho-je (Venray), schoeeje (Weert), schoeie (Hoensbroek), schoeien (Hasselt), schojje (Meerlo, ... ), schooien (Haler, ... ), schooije (Gruitrode), schooje (Maasbree), schovien (Lanklaar), schoïe (Oirlo), schōējə (Venlo), schŏĕje (Horst), schwoojen (Achel), schòjjə (Gennep), sjaoje (Neer), sjoaje (Meijel), sjoajen (Stein), sjoeeje (Tungelroy), sjoeien (Bree), sjoeëje (Ell), sjoeëjə (Beesel), sjoien (Mechelen-aan-de-Maas), sjooēje (Herten (bij Roermond)), sjooie (Haelen), sjooien (Koninksem), sjooiə (Oirsbeek), sjooje (Swalmen), sjōēje (As, ... ), sjōēəjə (Heel, ... ), sjōōjə (Nieuwenhagen), sjy(3)̄i̯ə (Opglabbeek), sjòjə (Meijel), sjôêjə (Kelpen, ... ), su:jə (Stokkem), sujə (Lanklaar), sujən (Dilsen), sxōiə (Rijkel), sxuijən (Overpelt), sxuə (Dilsen), sxǫjǝ (Wellerlooi), (dit is onbeschoft bedelen).  schooien (Blerick), `de deuren afloopen om eten en kleêren en andere zaken`  schoeien (Neeroeteren), `rond halen`  sjuujen (Meeuwen), bedelen  choeien (Maaseik), schoeie (Hasselt, ... ), schoeien (Genk, ... ), schoejen (Achel), schoien (Hamont), schojen (Kaulille), schooien (Lommel, ... ), schoojen (Lommel), sgūən (Neerpelt), sjoeien (Bocholt, ... ), sxoegōͅn (Alken), sxoegən (Ulbeek), sxujən (Neerpelt), bedelen of met aandragng iets vragen  sxuiə (Halen), bedelen zonder daartoe eigenlijk gedwongen te zijn  schoeien (Genk), bedelen, herhaald vragen  sxuəjə (Overpelt), bedelen, iemand iets vragen tot vervelens toe  schoeien (Neerpelt), bedelen, meer om eten dan om geld  schooien (Overpelt), bedelen, zich allerlei bijeenhalen zonder ervoor te werken  šūəjə (Opgrimbie), boterham vragen, niets doen  schoeie (Sint-Truiden), bv een hond sjoeit rond  sjoeien (Diepenbeek), gaan bedelen langs de deuren  schoeien (Kaulille), iemand iets afbedelen  schoeien (Kaulille), in de betekenis van leuren  choeien (Neeroeteren), langs de deuren bedelen  sxwoͅjən (Hamont), langs de deuren gaan bedelen  sxūjə (Overpelt), langs de huizen gaan bedelen  sjuuen (Gerdingen), langs de straat slenteren en overal blijven staan  schooien (Houthalen), leuren  schājən (Maaseik), nietsdoend rondlopen  schoeije (Waasmont), rond bedelen gaan  sjooien (Reppel), rond gaan bedelen  schooien (Hechtel), rondgaan om eetwaar  sjoeje (Bocholt), rondgaan van huis tot huis, leuren, nietsdoen  schoeie (Zonhoven), rondleurder  schoeien (Stevoort), rondlopen zonder vaste woonst  schoeien (Peer), rondslenteren  schoejn (Attenhoven), schoonmaken van de vloer  schoeien (Landen), druk heen en weer lopen: Betekent ook bedelen.  šujə (Smeermaas), leuren:   schoaje (Linne), schoeje (Venlo), ravotten: [sic]  chôien (Opgrimbie), schoeien (Leut), rondslenteren, ronddolen:   sjoaje (Thorn) II-6, III-1-2, III-3-1, III-3-2