18199 |
openbroek met linten |
open boks:
open boks (L312p Neerpelt)
|
vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20717 |
opgewarmde koffie |
zwadder:
Syst. Frings
zwadər (L312p Neerpelt)
|
Opgewarmde koffie (schuddebol?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18218 |
ophanger |
aanhangertje:
aanhangerke (L312p Neerpelt),
lits:
lits (L312p Neerpelt)
|
Lintje. Hoe heet het lintje of snoer om een jas op te hangen? [ZND 37 (1941)]
III-1-3
|
25150 |
opklaren |
opentrekken:
t trekt open
ət trekt opən (L312p Neerpelt),
opklaren:
t klèrt op
ət klēͅrt op (L312p Neerpelt)
|
opklaren, helder worden [op-, doorweere, optrekken, afzomen, zich klaren, opklaren] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
21275 |
opmaken |
opmaken:
gaelt opma.kə (L312p Neerpelt)
|
geld opdoen (opmaken) [RND]
III-3-1
|
33925 |
opmaken van staart en manen |
opmaken:
ǫpmākǝn (L312p Neerpelt)
|
In dit lemma zijn de antwoorden op twee vragen samengebracht: "het opmaken van staart en manen" (N 8, 103a), en "een paardestaart vlechten" (N 8, 103b). De antwoorden op vraag 103a hebben immers vrijwel alleen met het opmaken en vlechten van de staart te maken. [N 8, 103a en 103b]
I-9
|
19235 |
opnieuw beginnen |
opternieuw beginnen:
oppernauw beginnen (L312p Neerpelt),
oppernieuw beginnen (L312p Neerpelt),
òpərnòə bəgònən (L312p Neerpelt),
terugbeginnen:
təryg bəgònən (L312p Neerpelt),
tərügbəgEnən (L312p Neerpelt),
vanher beginnen:
van her beginnen (L312p Neerpelt)
|
opnieuw beginnen: veel dialecten kennen nog andere woorden dan opnieuw [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
33145 |
opnieuw wannen |
triēren:
triø̄rǝ(n) (L312p Neerpelt)
|
Als men uit het gezuiverde graan het beste zaad wil halen dat zal dienen als zaaigraan, moet men opnieuw wannen. Men draait de wanmolen dan vlug rond zodat al het fijnere graan wegvliegt. Soms gebeurt dit niet met de wanmolen, maar door het graan te zeven; zie het lemma ''zeven met de handzeef'' (6.3.11). De omschrijvende opgaven met behulp van het heteroniem van het lemma wannen, zoals nog eens doordraaien, of voor de tweede keer doorjagen, zijn hier niet opgenomen. [JG 1a, 1b -gedeeltelijk-]
I-4
|
32928 |
opper |
opper:
ǫpǝr (L312p Neerpelt)
|
De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.]
I-3
|
17566 |
opperhuid |
vel:
väl (L312p Neerpelt)
|
opperhuid [N 10 (1961)]
III-1-1
|